De regerende sociaal-democratische PSDB probeert de stem van de Brazilianen te trekken door Rita Camata de ”running mate” te maken van José Serra. Ook de linkse Arbeiderspartij (PT) overweegt een vrouw als vice-presidentskandidaat naar voren te schuiven. Maar de vrouwenorganisaties zijn niet opgezet met die tactiek. Zij hadden liever een vrouwelijke presidentskandidate gezien.

„Het foute antwoord op de gerechtvaardigde vraag naar meer vrouwen in de politiek”, zegt Guacira Cesar de Oliveira van AMB, de koepelorganisatie van Braziliaanse organisaties voor vrouwenrechten. De kandidatuur van de 41-jarige Camata als vice-president is denigrerend omdat vrouwen als lokkertje worden gebruikt, zegt De Oliveira. „Camata werd verkozen omdat ze een vrouw is en een aantrekkelijke. Voor de politieke partijen is een verhoging van de politieke vertegenwoordiging van vrouwen geen doel op zich.”

De tandem Serra/Rita formaliseert een alliantie tussen twee van de drie grote partijen in de coalitie achter president Fernando Henrique Cardoso, die sinds 1995 aan de macht is. Serra van de PSDB diende tot maart als minister van Planning en Gezondheid. Momenteel staat hij op de tweede plaats in de peilingen met 20 procent van de stemmen. Hij kan de hulp van PSDB-parlementslid Camata dus goed gebruiken. Afgelopen weekend bekrachtigden de partijcongressen het huwelijk tussen beide partijen en de nominaties van Serra en Camata.

Luis Inacio Lula da Silva, de kandidaat van de linkse Arbeiderspartij (PT), ligt met 38 procent op kop in de peilingen. De partij overweegt ook een vrouwelijke running mate naar voren te schuiven. De PT twijfelt nog tussen een vrouw of een bedrijfsleider. De Arbeiderspartij probeert een alliantie te smeden met de Liberale Partij om de weerstand van de Braziliaanse bedrijfsleven tegen Lula te overwinnen. Als dat lukt wordt bedrijfsleider José Alencar Lula’s running mate. Dat zou de kandidatuur van Lula, een voormalige staalarbeider en vakbondsleider, aanvaardbaar maken bij de Braziliaanse economische elite. Lula heeft zijn socialistische retoriek uit het verleden afgezworen en presenteert zichzelf als een gematigd kandidaat.

Sinds 1996 zijn politieke partijen verplicht 30 procent van de plaatsen op hun lijsten voor te behouden aan vrouwen. De quotawet heeft het aantal vrouwelijke parlementsleden niet verhoogd: slechts 6 procent van de zitjes in het Congres is voor vrouwelijke verkozenen gereserveerd.