Vrijwel iedereen (92 procent) stoort zich aan onoplettendheid. Nederlanders ergeren zich ook enorm aan fietsers die afsnijden (89 procent), zonder verlichting rijden (85 procent) en door rood licht rijden (64 procent).Dat blijkt uit een enquête onder 592 mensen die in opdracht van fietsfabrikant Batavus is uitgevoerd door onderzoeksbureau Flycatcher. De resultaten van het onderzoek werden bekendgemaakt tijdens de FietsRAI in Amsterdam, die zaterdag openging voor het publiek.

Wat betreft de normen en waarden op de fiets bestaan er opmerkelijke verschillen tussen stad en platteland. Dat is met name zichtbaar bij de mening van Nederlanders over het negeren van rode verkeerslichten. „In Noord–Nederland vindt maar liefst 83 procent dit asociaal verkeersgedrag, terwijl in de Randstad en omgeving 57 procent dit liever niet ziet", aldus de onderzoekers.

Van de geïnterviewden geeft 22 procent toe dat ze wel eens fietsen zonder verlichting, omdat ze het vergeten of omdat ze het te zwaar vinden trappen. Jongeren gaan op dit vlak veel vaker in de fout dan ouderen. Vier op de tien jongeren geven toe dat ze deze overtreding wel eens begaan, tegen een op de tien ouderen.

Nederlanders combineren het fietsen met allerlei andere zaken. Iets minder dan de helft belt wel eens tijdens de fietstocht, waarbij er opnieuw een groot verschil is tussen ouderen en jongeren. Negen op de tien jongeren bellen en fietsen tegelijk, tegen nog geen 15 procent van de ouderen. Een ruime meerderheid van 58 procent fluit en zingt geregeld tijdens de reis. Vrijwel niemand (4 procent) stoort zich aan muzikale uitingen van fietsers.

Bijna de helft van alle Nederlanders werd wel eens het slachtoffer van fietsdiefstal. Overdag voelen negen op de tien fietsers zich veilig in het verkeer. In het donker daalt dat percentage naar 84 bij mannen en 51 bij vrouwen.