’Effect tbs–maatregel nooit onderzocht’
DEN HAAG (ANP) – Het effect van de terbeschikkingstelling (tbs) is nooit onderzocht. En dat terwijl de maatregel om delinquenten met een geestelijke stoornis te behandelen al sinds 1928 bestaat. Ook is er nog steeds geen trend te bespeuren in de sector om het resultaat wel goed te gaan onderzoeken.
Dat zei prof. dr. C. de Ruiter, bijzonder hoogleraar forensische psychologie, vrijdag in de Tweede Kamer tegen de parlementaire commissie die het tbs–stelsel onderzoekt. Ook prof. dr. J. Swinkels, bijzonder hoogleraar richtlijnontwikkeling in de geestelijke gezondheidszorg, erkende dat een toets nooit heeft plaatsgevonden. Hij ziet echter wel dat de cultuur om de effectiviteit te meten, verandert. Dat gaat volgens hem langzaam, zeker in de psychiatrie.De Ruiter meent dat het effect van tbs niet is af te lezen aan het recidivecijfer, dat volgens Justitie ongeveer 20 procent is. Ze vindt dat dit percentage een vertekend beeld geeft en de recidive eigenlijk hoger is. Dat komt volgens haar omdat er flink wat tbs’ers zijn meegeteld die een stoornis hebben die niet leidt tot herhaling, zoals mensen die hun kinderen hebben vermoord. Ook zijn tbs’ers die nooit meer vrijkomen, zoals zogeheten longstayers, in de cijfers meegenomen.
De Ruiter meent bovendien dat mensen die hun kind hebben vermoord, niet in de tbs met dwangverpleging terecht moeten komen. „Deze mensen hebben wel een stoornis en moeten behandeld worden, maar een gesloten setting is niet nodig. Het delict was sterk situatiegebonden". Volgens haar moet je de dure behandelplaatsen reserveren voor mensen bij wie de kans op herhaling groot is.
De behandelbaarheid van daders is volgens De Ruiter moeilijk te bepalen. Toch vindt zij dat altijd behandeling ingezet moet worden, zelfs bij psychopaten, desnoods tijdelijk of op experimentele basis. Het onderscheid tussen „bad en mad" dat sommige deskundigen maken, is volgens haar niet terecht. „Zelfs bij de gewetenloze personen is sprake van een neurobiologische stoornis".
Verder pleitten de deskundigen voor een langere termijn om patiëntendossiers te bewaren. Dat is nu tot vijf jaar na ontslag uit een psychiatrisch ziekenhuis waar zij gedwongen waren opgenomen. Geesteszieke patiënten kunnen zo hun geschiedenis verdoezelen. Ook moeten behandelaars steeds opnieuw beginnen. Swinkels pleitte zelfs voor een onbeperkte bewaarplicht in zware gevallen.
De Ruiter bepleitte een aparte opleiding voor mensen in de forensische psychiatrie. Zij moeten specifieke kennis, vaardigheden en een attitude hebben om met het gedrag van gestoorde criminelen om te gaan. Nu vinden ze dat „on the job" uit en dat is niet goed voor de behandeling. De Ruiter en Swinkels vinden ook dat de kennis in de tbs–keten beter uitgewisseld moet worden.