Binnenland

Reanimeren: race tegen de klok

UGCHELEN - Er komen nieuwe regels voor het reanimeren van mensen met een hartstilstand. „Heel goed”, zegt instructeur M. J. A. Rijken. „Er gaat nu onnodig veel tijd verloren.”

L. Vogelaar
17 March 2006 12:20Gewijzigd op 14 November 2020 03:34
UGCHELEN – Oud marechaussee Rijken laat zien hoe hartmassage in zijn werk gaat. Rijken geeft dagelijks reanimatiecursussen. „Het is goed dat er nieuwe regels komen die tijd besparen.” Foto RD Anton Dommerholt
UGCHELEN – Oud marechaussee Rijken laat zien hoe hartmassage in zijn werk gaat. Rijken geeft dagelijks reanimatiecursussen. „Het is goed dat er nieuwe regels komen die tijd besparen.” Foto RD Anton Dommerholt

Het is paradoxaal: terwijl het aantal reanimaties stijgt, neemt de belangstelling voor EHBO-cursussen af. „Mensen hebben geen tijd of vinden de cursus te duur. Ondertussen moeten er wel steeds vaker mensen worden gereanimeerd. Daar zijn steeds meer mensen onder de veertig jaar bij. De gemiddelde leeftijd is een heel eind gedaald. Stress is de belangrijkste oorzaak. Mensen zijn druk, druk, druk, en hebben geen tijd meer voor zichzelf.”Een enkeling voelt de hartstilstand aankomen, maar meestal gebeurt het plotseling. „Hup, daar valt-ie. Het kan iedere seconde gebeuren, en op elke leeftijd: onlangs viel een jongen van veertien dood neer op een voetbalveld. Daarom is het kwalijk dat er steeds minder mensen zijn die hulp kunnen verlenen, en dat je soms moet praten, praten, praten, voordat een bedrijf een defibrillator aanschaft.”

Dat kastje is heel belangrijk, zegt Rijken. „Met reanimeren krijg ik 17 procent van de mensen levend het ziekenhuis in. Door dat apparaat stijgt dat naar 67 procent. Met reanimeren houd je het hart in beweging, totdat de ambulance komt. Je krijgt op eigen kracht het hart echter nooit aan het pompen. Dat kan de defibrillator wel.”

De 68-jarige instructeur uit Ugchelen heeft inmiddels een halve eeuw EHBO-ervaring. Als marechaussee moest hij een diploma halen voor de eerste hulp bij ongelukken. Na zijn pensionering verdiepte hij zich er verder in. Nu geeft hij dagelijks cursussen aan bedrijfshulpverleners en EHBO-verenigingen.

De nieuwe reanimatieregels gaan per 1 augustus in. Eerst moet de software in de defibrillators worden aangepast. „We weten nog niet precies wat er allemaal gaat veranderen. Ik denk, en hoop, dat de plaatsbepaling gaat vervallen. Momenteel moet je met je vingers over de ribben gaan om de juiste plek te zoeken: je mag niet op het zwaardvormig aanhangsel drukken, want dan breekt het af en dat kan de lever beschadigen. Het zou goed zijn om de borst eerder te ontbloten. Dan zie je vanzelf waar het midden van het borstbeen zit, waar je je hand moet plaatsen. Je hoeft dan niet meer met je vingers te zoeken.

Een andere verandering die er waarschijnlijk aankomt: momenteel doen we vijftien borstmassages waarna we twee keer beademen. Dat aantal van vijftien zal wel dertig worden, maar het aantal beademingen blijft twee. Ook dat is goed, want als je masseert, druk je niet alleen op het hart om het bloed rond te pompen, maar je drukt ook lucht uit de borstkas, en als je loslaat, stroomt die lucht er weer in, dus dat is al een vorm van beademing. Als je direct doorgaat naar dertig massages, bespaar je weer tijd.”

Dat iemand die reanimeert al tot hartmassage moet overgaan als een bewusteloos persoon niet ademhaalt, zonder dat degene die reanimeert eerst een van de halsslagaders voelt, juicht Rijken ook toe.

Reanimeren is zwaar werk, zegt de instructeur. „Vooral door de spanning. In een levensbedreigende situatie moet je handelingen uitvoeren die je niet dagelijks oefent. Voor nadenken is geen tijd; het stramien moet in je hoofd zitten. Aanroepen, schudden, luchtweg vrijmaken, mondinspectie, luisteren naar de ademhaling, beademen, het moet allemaal vanzelf gaan.”

Daarom vindt hij het een slimme zet van het Oranje Kruis dat een EHBO-diploma niet meer wordt verlengd op grond van deelname aan een herhalingscursus, maar op grond van vaardigheid. „Eén keer per jaar herhalen is echt veel te weinig. Als ik dan een cursist een pop laat reanimeren, bakken ze er vaak niets van. Mensen moeten vaker oefenen. In sommige bedrijven kom ik elk halfjaar; in andere zelfs om de drie maanden.”

Rijken noemt zichzelf een strenge instructeur. „Maar dat moet ook: het gaat om mensenlevens.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer