Steeds meer hersenletsel bij tieners door gedrag
SANKT MORITZ - Tieners halen wereldwijd halsbrekende toeren uit zonder zich te bekommeren om de gevolgen voor hun gezondheid.
De nieuwste trend, uit Canada en de VS: lockerboxing. IJshockeyhelm op, handschoenen aan en slaan maar, vooral op het hoofd van de tegenstander.Met name jongeren tussen de 15 en de 20 jaar beoefenen deze sport in kleed- en hotelkamers. Als gevolg van verwondingen van deze sport belanden veel van deze tieners in het ziekenhuis. Ook neemt in Nederland het aantal hersentrauma’s bij kinderen tussen de 8 en de 10 jaar heel sterk toe. Volgens neuropsycholoog Erik Matser is het daarom de hoogste tijd in kaart te brengen wat zich in Nederland allemaal ondergronds afspeelt.
Matser organiseerde deze week samen met de Zwitserse voorzitter van de internationale ijshockeyfederatie een conferentie in Sankt Moritz. Daarbij spraken onder anderen neurologen, kinderartsen, neuropsychologen en wetenschappers over hersentrauma’s bij sporters en kinderen.
Bij tieners in westerse landen (Canada, VS, Europa) loopt het aantal hersentrauma’s de laatste tijd fors op, zo bleek deze week in Zwitserland. Daar legden de deskundigen uit allerlei landen de cijfers naast elkaar. Volgend jaar organiseert Matser opnieuw een congres. „Dan zullen we een deel inruimen voor kinderneurologie, want dat blijkt van groot belang.”
Een oorzaak voor de toename van de hersentrauma’s is nog niet blootgelegd, maar de algemene trend is wel dat steeds meer kinderen de neiging hebben zich bijzonder roekeloos te gedragen. „Waar kinderen vroeger experimenteerden met blowen of alcohol drinken, vertonen ze tegenwoordig ander gedrag en slaan ze elkaar voor de lol in elkaar. Dat kan zelfs als sport voorkomen, getuige het lockerboxing.”
Voor de toename van het aantal hersentrauma’s kan het wildere tienergedrag een aanwijzing zijn. „Het is cool om immuun te zijn voor letsel”, leerde Matser. „In Nederland kennen we illegale autoraces, in Canada en de VS lockerboxing. Daar zijn we van geschrokken. We wisten het niet, terwijl het al jaren aan de gang blijkt te zijn. Een arts in Canada ontdekte het fenomeen toevallig via een tiener met een hersentrauma, maar de ouders wisten van niets.”
In Nederland moeten artsen hierover worden ingelicht, vindt Matser. „Men moet ervan zich bewust worden. Artsen moeten aan de ouders drie vragen stellen: Waar is je kind, wat doet het en met wie?” De initiatiefnemers van de conferentie willen een campagne opzetten die zich richt op het gedrag van kinderen. Gaan we het wilde gedrag van tieners toestaan en steeds grotere helmen ontwikkelen, of gaan we het gedrag intomen, stelt Matser een retorische vraag.
„In Nederland is er een sterke toename van hersentrauma’s bij kinderen tussen de 8 en de 10 jaar”, constateert Matser. Dat komt vooral door incidenten op het voetbalveld. „Die trauma’s kunnen hersenschuddingen zijn waarvan ze nog heel lang last hebben. Ze hebben hoofdpijn, zijn vermoeid, kunnen zich moeilijk concentreren en hebben moeite met nieuwe dingen leren. En juist dat is op die leeftijd heel belangrijk.”