Rechter Jean–Claude Antonetti las alle gebeurtenissen uit de zeven punten tellende aanklacht voor en zette daarbij uiteen dat Hadzihasanovic slechts bij een klein aantal incidenten als commandant schuldig is bevonden aan „het nalaten van de noodzakelijke maatregelen om wreedheden te voorkomen of te bestraffen". Hadzihasanovic werd daarom van de meeste misdaden waarvan hij werd beschuldigd vrijgesproken. Hij moet na aftrek van zijn detentie voorafgaand aan het vonnis nog circa 2,5 jaar uitzitten.Hadzihasanovic’ medebeklaagde Amir Kubura kan beginnen met pakken. Hij kreeg voor enkele incidenten waarbij hij als commandant naliet wreedheden te voorkomen of te bestraffen 2,5 jaar. Die tijd heeft hij op een week of drie na reeds vastgezeten in de cellen van het Joegoslavië–Tribunaal.

De twee werden beschuldigd van oorlogsmisdaden die moslimstrijders, vooral buitenlandse moedjahedien die de zich afscheidende islamitische regering in Sarajevo steunden, hebben gepleegd in Centraal–Bosnië tegen voornamelijk Servische en Kroatische burgers in 1993 en 1994.

Zeker tweehonderd mensen in alle leeftijdscategorieën zijn door de strijders die onder bevel van de beklaagden stonden, om het leven gebracht. De aanklagers hadden 20 jaar tegen Hadzihasanovic en 10 jaar tegen Kubura geëist.