De overlast door stank die de industrie veroorzaakt, vrijwel altijd bovenaan in de overlast top vijf, steeg van 55 procent in 2003 naar 58 procent en is het hoogst in Delft en Rijnmond. De geluidsoverlast van industriële activiteit wordt vrijwel alleen in Rijnmond en Zwijndrecht ervaren, maar nam wel toe van 17 naar 24 procent. De hinder die bewoners ondervinden van grof stof afkomstig van op– en overslagbedrijven, bleef met 40 procent stabiel.De onderzoekers hebben ook gevraagd naar de overlast als gevolg van verkeer op de locaties. Verkeerslawaai scoort nog steeds hoog met 49 procent maar is ten opzichte van twee jaar geleden met 10 procent gedaald. Geluidsoverlast van vliegtuigen wordt vooral in Rijnmond–Noord genoemd. De meeste hinder van verkeersstof en –roetneerslag wordt ervaren in Zwijndrecht, Dordrecht en Delft. In de laatste twee steden en in Gouda is de hinder van verkeersstof groter dan die van industriestof.

De angst voor een industrieel ongeval is nog steeds het grootst in de regio Rijnmond en in mindere mate in Zwijndrecht. Zeven op de tien ondervraagden beoordeelden hun woonomgeving als veilig. De totale milieusituatie kreeg gemiddeld een 6,7, maar ruim een kwart verwacht dat die de komende jaren zal verslechteren.

De provincie gebruikt de resultaten van het tweejaarlijkse onderzoek voor haar milieubeleid. Zuid–Holland verleent onder meer milieuvergunningen, handhaaft de wet– en regelgeving en toetst bestemmingsplannen.