Eurostat vindt boekhouding Rome te creatief
De regeringen van Italië, Griekenland en Oostenrijk moeten hun boekhouding van de rijksbegroting 2001 herzien. Eurostat, het statistisch bureau van de Europese Unie, heeft woensdag bepaald dat ze iets te creatief waren bij het verminderen van de staatsschuld.
De drie landen hebben de euro ingevoerd en proberen nu de cijfers van hun staatsschuld en begrotingstekort op te poetsen. Ze moeten voldoen aan EU-eisen, om te voorkomen dat ze de euro verzwakken.
De landen hadden voor het jaar 2001 hun tafelzilver verkocht aan een speciale firma die zogenaamd geen band heeft met de overheid. Met de opbrengst werd de staatsschuld gedempt.
Zo verkocht Italië onroerend goed en zelfs de verwachte opbrensten van de nationale loterij. Omdat de Staat zich in de contracten echter garant heeft gesteld, bijvoorbeeld voor het risico dat er een concurrerende loterij komt, vindt Eurostat dat de verkopen niet zomaar in de boeken mogen worden bijgeschreven. Soortgelijke praktijken pasten de Grieken toe. In Oostenrijk ging het om gesubsidieerde hypotheken.
De bedragen zijn enorm: Rome ziet zijn staatsschuld met 5,3 miljard euro ofwel 0,44 procent van het Bruto Binnenlands Product stijgen. In Griekenland gaat het zelfs om 2,9 procent, ware het niet dat de Grieken zo voorzichtig waren de creatieve boekhoudmethodes nog niet in de officiële cijfers te verwerken. Bij Oostenrijk gaat de schuld met 2,6 miljard euro omhoog.
Hoewel slecht nieuws voor de boeken van 2001, geeft het besluit van Eurostat de landen wel ademruimte voor de toekomst. Ze kunnen immers besluiten hun tafelzilver later echt te verkopen.
Overigens hadden ook de Finnen in 2001 voor 2,3 miljard aan leningen verkocht. Omdat daar echter geen sprake was van staatsgaranties, is die constructie volgens Eurostat in orde.