Justitie machteloos bij herseninfarct verdachte
BREDA (ANP) – Als bij een verdachte door een lichamelijke oorzaak de geestesvermogens zijn aangetast na de strafbare feiten heeft het openbaar ministerie (OM) geen richtlijnen wat ze moet doen. Dat bleek dinsdag voor de rechtbank in Breda waar de 60–jarige Tilburger J. van den D. terecht stond voor het begraven van zijn 39–jarige vriend uit Tilburg.
Van den D. is al twee keer getroffen door een herseninfarct en heeft daarna verklaringen afgelegd. De verdediging wil dat de rechtbank de man vrijspreekt van alle schuld.Het slachtoffer was vermist vanaf 31 mei 2001, zijn lichaam werd pas maanden later teruggevonden in de dijk van de Bergsche Maas bij de Keizersveerbrug. Hij zou vermoord zijn door een nog onbekende persoon, Van den D. zou het lichaam hebben opgeruimd.
Officier van justitie B. Zonneveld sprak van een opmerkelijke zaak voor Nederland. „Er is wel jurisprudentie als het gaat om geestesziekten bij verdachten, maar niet als de oorzaak lichamelijk is."
Volgens de advocaat van de verdachte, G. van Doveren, diende in 1923 voor het laatst een vergelijkbare zaak. „Mijn cliënt beseft niet wat er gebeurt. Hij kan de naam van zijn echtgenote soms niet herinneren, laat staan reageren op de beschuldigingen tegen hem." Van den D. heeft tegenstrijdige verklaringen afgelegd bij de politie.
De rechtbank wil een neuropsychiater onderzoek laten doen naar de geestesgesteldheid van de Tilburger voordat de zaak inhoudelijk wordt behandeld. Afhankelijk van de uitslag van dat onderzoek kan de rechter bepalen of de vervolging wordt opgeschort of niet.
De familie van het slachtoffer is er overigens van overtuigd dat de verdachte de 39–jarige man heeft vermoord.
Op 18 mei wordt deze zaak voortgezet.