„Syrische delegatie wist van vermissing”
DEN HAAG - Een van de leden van de Syrische overheidsdelegatie die recent gesprekken voerde met uitgeprocedeerde Syriërs is „zonder twijfel” verantwoordelijk voor de verdwijning van drie Syriërs die de afgelopen maanden naar hun land zijn teruggekeerd.
Dat stelt directeur J. van Tilborg van Inlia in een reactie op de antwoorden van minister Verdonk (Vreemdelingenzaken) op Kamervragen over de delegatie.Minister Verdonk bevestigde maandag in haar schriftelijke antwoorden de identiteit van de delegatieleden. Het ging om twee ambtenaren van het Syrische ministerie van Binnenlandse Zaken, generaal van politie Ghazy Ayash (hoofd immigratiedienst van de luchthaven Damascus) en ingenieur Yoseph Hamdan (burgerambtenaar bij de afdeling die identiteitsbewijzen afgeeft en registreert). Verdonk zegt niet te beschikken over informatie over mogelijke banden van hen met de Syrische inlichtingen- of geheime diensten.
Directeur Van Tilborg van Inlia, een organisatie die uitgeprocedeerde asielzoekers ondersteunt, reageerde dinsdagochtend geschokt op het antwoord van de minister. Inlia stelde de bewindsvrouw enkele weken geleden vragen over berichten dat drie vanuit Nederland teruggekeerde Syriërs na aankomst in hun land „zijn gearresteerd en mogelijk zelfs verdwenen.”
„Ghazy Ayash is als hoofd van het paspoortenbureau verantwoordelijk voor de verdwijning van deze mensen”, aldus Van Tilborg. Het verbaasde hem dan ook dat de minister nog geen duidelijkheid kan geven over de situatie van de desbetreffende Syriërs, van wie al wekenlang niets zou zijn vernomen. „De minister heeft ons via haar secretariaat laten weten dat ze onze vragen heeft voorgelegd aan de IND. Dat is een heel traag traject. Bovendien moet niet de IND maar Buitenlandse Zaken deze kwestie bekijken.”
Van Tilborg noemde het „onbegrijpelijk dat de minister geen opheldering heeft gevraagd aan de leider van de Syrische delegatie die in Nederland was en hiervoor zelf verantwoordelijk is.”
Inlia overweegt nu op korte termijn de zaak verder aan te kaarten bij de Tweede Kamer.
Van Tilborg vraagt zich ook af waarom Verdonk de Syrische delegatie gelegenheid heeft geboden haar activiteiten in Nederland voort te zetten terwijl de minister niet wist wat er met de teruggekeerde afgewezen asielzoekers is gebeurd, die „in ernstige problemen” zouden zijn geraakt.
De Kamerfracties van SGP en ChristenUnie hebben de minister begin deze maand eveneens schriftelijke vragen gesteld over de situatie van de teruggekeerde Syriërs. Aan de beantwoording van deze vragen wordt nog gewerkt, stelde een woordvoerder van Justitie dinsdagochtend. Hij kon niet zeggen wanneer de reactie van de minister wordt verwacht.
De minister liet de Kamer maandag verder weten dat ze niet kan uitsluiten dat de Syrische overheidsdelegatie tijdens gesprekken met 270 uitgeprocedeerde en illegale Syriërs heeft gevraagd naar hun motieven voor verblijf in Nederland. Vreemdelingen zijn volgens haar echter nooit verplicht dergelijke vragen over een mogelijke asielaanvraag te beantwoorden.
Nederland heeft volgens Verdonk op geen enkele manier gegevens over de mogelijke asielachtergrond van de betrokkenen verstrekt. Ze zegt ook niet over informatie te beschikken op grond waarvan ze kan vaststellen dat de delegatie daar wel naar heeft gevraagd.
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) maakt een flyer om vreemdelingen erop te wijzen dat ze niet verplicht zijn vragen van de autoriteiten van hun land over de reden van hun verblijf te beantwoorden. Sommige Syriërs hadden van de vreemdelingenpolitie een vordering voor het gespek met de delegatie gekregen met daarop een stempel ”asiel”. Maar dat was volgens Verdonk bedoeld om zich te kunnen legitimeren op de IND-locatie waar het gesprek plaatsvond.
De IND heeft de oproepen niet aan de delegatie verstrekt en de dienst heeft de vreemdelingen niet gevraagd de vordering aan de delegatie te geven. „Ik beschik niet over aanwijzingen dat de delegatieleden hebben gevraagd deze vorderingen te overleggen”, schrijft Verdonk.
Behalve diverse fracties had ook de mensenrechtenorganisatie Amnesty International aan de bel getrokken over het bezoek van de delegatie, omdat ze vrezen dat betrokkenen gevaar lopen als ze in Syrië terugkeren.