Ex-Aholdtopman geen kale kip
AMSTERDAM - Ex-Aholdtopman Cees van der Hoeven verloor het grootste deel van zijn vermogen door de problemen bij het supermarktconcern. Mocht de rechter de gewezen bestuursvoorzitter echter veroordelen tot een geldboete, dan plukt hij niet van een kale kip.
Van der Hoeven strekt de benen tijdens een schorsing. De zittingen zijn vermoeiend, zo geeft de ex-bestuursvoorzitter toe. „Het is vooral een kwestie van goed opletten.”En scherp ìs Van der Hoeven, ook tijdens de vierde zittingsdag in het strafproces rond de Aholdfraude. Geduldig beantwoordt hij alle vragen. Soms met een kwinkslag, maar vaker met een venijnige ondertoon. Terloops biedt hij zijn verontschuldigingen aan voor het opgewonden taalgebruik van vorige week dinsdag. „We zijn wel wat gewend”, reageert de rechter koel.
Iedere keer komt dezelfde vraag naar boven: Wat wist Van der Hoeven van de zogeheten control- en side-letters? Met de eerste brief claimde Ahold zeggenschap bij dochtermaatschappijen. De tweede brief haalde deze bewering onderuit. Ahold mocht van Deloitte alleen de omzet van de dochters meetellen -in vaktaal: consolideren- als Ahold de baas was bij de dochters. Accountant Deloitte kreeg de control-letter, de side-letter bleef in de la van een secretaresse.
Van der Hoeven herhaalt zijn standpunt. Samen met zijn advocaten heeft hij de verdedigingslijn inmiddels uitgestippeld. „Ik hield me niet bezig met dit soort boekhoudprobleempjes. Wij hadden gewoon feitelijke zeggenschap bij onze dochters. Daar gaat het om.”
Zowel de rechtbank als de officier van justitie houdt de verdachte opnieuw documenten voor waaruit blijkt dat het probleem van de consolidatie al eerder onder de aandacht is gebracht. Het is echter vooral een herhaling van zetten, zo concludeert voorzitter Frans Bauduin van de rechtbank. Doet Van der Hoeven zich echter niet dommer voor dan hij is? „U wordt omschreven als een buitengewoon intelligente man die overal van op de hoogte was. Maar anderzijds zegt u vaak dat u op afstand stond van bepaalde problemen. Weet u eigenlijk niet meer dan u zegt?”
Van der Hoeven verwerpt die suggestie. „Op die vraag kan ik kraakhelder antwoord geven: ik houd niets achter, meneer de voorzitter. Bij problemen van grotere omvang was ik niet te beroerd om er zelf in te springen. Als een beslissing was genomen zat ik er niet meer bovenop. Daarvoor ontbrak simpelweg de tijd. In alle oprechtheid, de consolidatie had niet mijn volledige aandacht.”
Aan het einde van de dag geeft de rechtbank de verdachte ruimte voor persoonlijke opmerkingen. Na enige aarzeling steekt Van der Hoeven dan toch van wal. „Ik ben altijd afgeschilderd als de zonnekoning, iemand die de media zocht. Ik heb mijn optreden altijd als functioneel beschouwd. Ahold is een bedrijf dat dicht bij de mensen staat, dichter kan niet. Een boegbeeld moet zich dan ook tonen.”
Stel dat de rechter een boete oplegt, kan Van der Hoeven die dan wel betalen, vraagt de officier van justitie zich af. Zijn zorgen zijn onterecht. „Ik had het grootste deel van mijn vermogen belegd in Ahold. Toen ik wegging was mijn financiële positie niet erg rooskleurig. Inmiddels heeft zich een herstel aangediend.” De voormalig bestuursvoorzitter verdient als adviseur op dit moment een bovenmodaal inkomen, zo verklaart hij.
De officier van justitie merkt nog fijntjes op dat de verdachte recent veel heeft verdiend bij de aankoop van Telfort door KPN. Daar wil Van der Hoeven niet op ingaan. „Ik laat het liever in het midden. We zien het wel als de officier met de eis komt.”