Joegoslaaf mogelijk achter meer liquidaties
De in Bulgarije aangehouden Joegoslaaf zit mogelijk achter nog meer aanslagen in Amsterdam dan die op de topcriminelen Jan Femer en Sam Klepper. Het openbaar ministerie gaat onderzoeken of de 39-jarige S.J. ook betrokken is bij andere gewelddadigheden in het criminele milieu.
Het OM verzocht de Bulgaarse autoriteiten J. aan te houden op verdenking van betrokkenheid bij de liquidaties op Femer en Klepper in respectievelijk september en oktober 2000. Woordvoerder R. Meulenbroek van het OM in Amsterdam weet nog niet hoe snel J. aan Nederland kan worden uitgeleverd.
J. is mede verantwoordelijk voor de verharding in de Amsterdamse onderwereld. Hij was één van de prominente leden van de als uiterst gewelddadig bekendstaande Joegoslavische maffia in West-Europa. Zijn naam dook in verschillende dossiers op.
J. was de tweede man achter de beruchte Joegoslavische bendeleider L. Becirovic. Na diens gewelddadige dood in 1990 in Amsterdam nam J. de leiding over.
Het gerechtshof in Amsterdam veroordeelde hem in 1993 bij verstek tot drie jaar gevangenisstraf voor het schieten op een politieman en verboden wapenbezit. Hij loste in de nacht van 22 november 1991 tijdens een politie-inval in zijn huis in Amsterdam twee schoten. Daarbij werd een politieman geraakt. Die hield daar geen verwondingen aan over, omdat de kogel afketste op de sleutelbos in zijn broekzak.
De reden van de inval was toentertijd dat hij werd verdacht van medeplichtigheid aan een moord. J. werd daarvan vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Omdat justitie hem in afwachting van zijn berechting voor het schieten op de agent had vrijgelaten, kon de Joegoslaaf de benen nemen.
Hij bleef wel verbonden met de criminaliteit in Nederland. Dat bleek twee jaar geleden nog in de strafzaak tegen de bekende Turks-Koerdische drugsbaron en zakenman H.B. Uit afgeluisterde telefoongesprekken bleek dat B., die vanuit Nederland opereerde, contacten had met J. De twee criminelen besloten de handen ineen te slaan bij het invoeren van heroïne.
De Turkse overheid ziet B. als één van de grootste drugshandelaren van Turkije. De autoriteiten daar beschuldigen hem ervan dat hij met zijn drugswinsten de strijd van de Koerdische PKK tegen Turkije financierde.
Volgens geruchten in de onderwereld is de liquidatiegolf van de afgelopen jaren een gevolg van een ruzie tussen Joegoslavische en Nederlandse criminelen. De laatste groep, waartoe ook Klepper en Femer behoorden, zou een partij drugs van Joegoslaven hebben gestolen.
Tenslotte zoeken ook andere landen J. nog. Hij wordt onder meer ook verdacht van betrokkenheid bij een aantal moorden in het buitenland.