Smeken
O geliefden, hoe gevaarlijk is het om de woestijn van deze wereld in het donker door te reizen. Wat afdwalingen, wat verleidingen, ja wat geestelijke vijanden liggen u op de weg. Hoe werkeloos en onbekwaam maakt het u om de weg van Gods geboden te houden, waartoe u door het Evangelie geroepen bent.
En dan die geestelijke duisternis en eeuwige verberging van alle licht en troost die u wacht, indien zij door de Heere niet worden weggenomen.O, smeek Hem met aanhoudende gebeden dat Hij Zich over zulke duisterlingen nog wil ontfermen. Vraag of Hij Die gezegd heeft dat het licht in de duisternis zou schijnen, ook nog in uw hart wil schijnen, om u te geven dat ware licht van vertroosting door het geloof in Zijn naam.
Zo gij na gedurig worstelen voor Zijn troon bemerkt dat u enig licht der genade hebt ontvangen en dat de macht van de duisternis in uw hart is gebroken, wandel dan als kinderen van het licht.
Strijd tegen de zonden en haat alle werken van de duisternis. Leef matig, rechtvaardig, heilig en oprecht voor de Heere, naar de eis van de zaligmakende genade die u is verschenen. Houd u in de nabijheid van de Heere Jezus. Maak veel gebruik van Zijn genade. Smeek ook met alle ernst dat God, door de regen van Zijn Geest, u wil vruchtbaar maken en alle onkruid van de zonde wil weg nemen.
Wilhelmus Themmen, predikant te Arnhem (”Vaste Troostgronden der Heiligen”, 1750)