Minister Peres van Buitenlandse Zaken kreeg niet zijn zin. Hij had voorgesteld 30.000 Palestijnen een werkvergunning voor Israël te verlenen. Bovendien wilde hij dat een deel van het geld dat Israël aan de Palestijnse Autoriteit verschuldigd is en dat op een geblokkeerde rekening staat, wordt vrijgegeven.

Voor het begin van de tweede opstand in de Palestijnse gebieden, in september 2000, werkten meer dan 200.000 Palestijnen in Israël. Volgens cijfers van het Palestijnse ministerie van Arbeid is 67 procent van de beroepsbevolking in de Gazastrook werkloos. Op de Westelijke Jordaanoever ligt dat percentage op 48.

Het veiligheidskabinet besloot ook het uitgaansverbod in de zeven steden op de Westelijke Jordaanoever die de afgelopen weken zijn ingenomen, te verlichten. De bewoners mogen op de dag weer de straat op. Het Israëlische leger trok de steden Hebron, Nablus, Jenin, Qalqilya, Tulkarem, Ramallah en Bethlehem binnen na twee zelfmoordaanslagen in Jeruzalem en een aanslag in een nederzetting op de Westelijke Jordaanoever. Deze acties kostten 31 Israëliërs het leven.