Tweederangs
Het komt misschien omdat ik erop ben gaan letten, maar het valt me steeds meer op hoe vaak mensen in allerlei verhalen en betogen vooral argumenten en kwalificaties gebruiken die -als je het goed bekijkt- niet wezenlijk zijn, om het woord tweederangs maar niet te gebruiken. Dat gebeurt ook wanneer er heel serieuze zaken in het geding zijn.
Misschien is niet iedereen duidelijk wat ik op het oog heb en daarom kan ik het beste maar een paar concrete voorbeelden noemen. Vorige maand stond een groot interview in de krant met Jan van den Bosch (EO/Beter-uit Reizen). Hij is zijn medialoopbaan nog begonnen als regiocorrespondent voor het Reformatorisch Dagblad. Maar dat stond er helaas niet in.„Echtheid, daar val ik voor”, zo luidde een van zijn uitspraken. Hij was niet enthousiast over de muziek op de laatste EO-jongerendag, maar de daar gehouden toespraken waren helder. En majoor Bosshardt van het Leger des Heils werd getypeerd als een prachtvrouw.
Het is niet moeilijk om ook elders dat soort uitspraken te verzamelen. Preken moeten verfrissend zijn, een blad moet een eigen gezicht krijgen en het belangrijkste dat van kerkelijke ontwikkelingen gezegd kan worden is kennelijk dat ze inspirerend, boeiend of spannend zijn.
Dat laatste was een paar weken geleden de slotconclusie (en ook de kop) van het commentaar in het Nederlands Dagblad over de toenadering van de Wereldraad van Kerken tot de evangelischen en de toenadering van de NCRV tot de EO. Nu zijn dat soort ontwikkelingen zeker spannend, zoals dat ook geldt van oorlogen en verkiezingscampagnes. Als er niks bijzonders meer gebeurt in de wereld, wordt het een probleem om de krant te vullen.
Maar zou bij een van oorsprong gereformeerde krant de nadruk niet meer op het inhoudelijke moeten liggen? Of iets boeiend of spannend is, is uiteindelijk niet het belangrijkste.
Vergeleken met de vraag of een dergelijke toenadering Bijbels verantwoord is, of daar Gods zegen op kan rusten, zijn gezichtspunten als boeiend en spannend duidelijk tweederangs. Je zou zeggen dat dat toch vanzelfsprekend is, maar kennelijk is dat niet meer zo.
Wijst het frequente gebruik van al die ’tweederangskwalificaties’ erop dat de fundamentele vragen ontweken worden? Ik ben geneigd daar ja op te zeggen. Men doet dat omdat men op die inhoudelijke vragen geen antwoord weet. De antwoorden die vanouds gegeven werden, zijn immers in tal van gevallen voor de jongere generatie (en vaak ook voor de ouderen) niet meer geloofwaardig.
Bij gebrek aan beter kom je dan terecht bij allerlei modieuze kwalificaties die inhoudelijk weinig voorstellen. Althans als je kijkt naar de problematiek die aan de orde is.
Uiteraard moet je ook altijd rekening houden met verschillen in taalgebruik, bijvoorbeeld tussen generaties. Maar ik heb niet de indruk dat dat alles verklaart. Daarvoor zijn er te veel signalen die erop wijzen dat in brede kring de waarheidsvraag minder belangrijk gevonden wordt of in ieder geval uit verlegenheid naar achteren wordt geschoven.
Dan krijg je dat echtheid het fundamentele criterium wordt, al zegt dat inhoudelijk natuurlijk niets. Tal van moslims zijn immers ook echt en authentiek.
Bij zo’n aanpak wordt majoor Bosshardt zonder meer een prachtvrouw, ook al is bekend (onder meer door een interview in deze krant) dat zij Gods eeuwige straf over de zonde loochent. Dat is toch geen onbelangrijk gegeven! Moet dat niet doorwerken in onze algehele beoordeling van haar?
Het is inderdaad van belang dat een blad een eigen gezicht heeft, maar belangrijker is wat dat gezicht inhoudt. Welke principiële koers wil men varen en van welke ontwikkelingen wil men afstand houden? En als iemand een duidelijk verhaal heeft is dat best, maar de inhoud en de strekking van zijn verhaal zijn veel belangrijker.
Als men zegt dat men die inhoudelijke dimensie wel van groot belang acht, kan het geen kwaad om die dan ook expliciet tot uitdrukking te brengen. Om niet mee te doen met de hedendaagse tendens om zich vooral te richten op allerlei formele en ’uiterlijke’ aspecten.
De auteur is oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.