Kort geding om naam HNHK op 24 april
UTRECHT - Het kort geding dat de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) heeft aangespannen tegen de Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk (HNHK) dient op maandagmiddag 24 april voor de rechtbank in Arnhem.
Dat heeft de interimwoordvoerder van de PKN, P. Hollaar, vrijdagmiddag meegedeeld.In het kort geding eist de PKN van de HNHK dat deze kerk zich houdt aan een in augustus 2004 gesloten naamsovereekomst. Daarin werd besloten dat de hersteld hervormden hun kerkverband Hersteld Hervormde Kerk zouden noemen. De HNHK is echter van mening dat ze de naamsovereenkomst gesloten heeft onder voorwaarde dat de synode hiermee zou instemmen. Op 28 januari besloot de synode van de HHK echter niet akkoord te gaan met deze naam.
Ds. D. Heemskerk, preses van de HNHK, zei eerder in een reactie op dit besluit van de synode, dat het moderamen zich bezint op de ontstane situatie. Volgens hem zullen de problemen rond de naamskwestie zeker een gespreksonderwerp zijn op de HNHK-synode van zaterdag 1 april.
Volgens PKN-woordvoerder Hollaar zal de vice-president van de Arnhemse rechtbank, mr. J. D. A. den Tonkelaar, de rechtszitting op 24 april leiden. Dinsdag werd voor de rechtbank van Arnhem door de Nederlandse hervormde gemeente (in h.v.) van Gameren in een kort geding dat de hervormde gemeente (PKN) in die plaats had aangespannen over het eigendomsrecht van de kerkelijke goederen verzocht tot vervanging (”wraking”) van deze rechter. De Nederlandse hervormde gemeente (in h.v.) van Gameren vond het vreemd dat de advocaat van de PKN de rechtbank van Arnhem had gewezen op het feit dat deze rechter eerder ook uitspraak had gedaan in kort gedingen tussen de PKN en de HNHK over de kerkelijke goederen. Volgens de PKN had dat alleen maar te maken met het feit dat mr. Den Tonkelaar ingewerkt is in de materie.
Woordvoerder Hollaar meldde vrijdagmiddag dat de rechtbank van Arnhem aan de PKN heeft laten weten dat het kort geding nu niet meer aangehouden kan worden. „Dat betekent dus dat er geen verzoek meer mag worden gedaan om het kort geding te verschuiven naar een andere datum”, aldus Hollaar. „Eerder was de zaak namelijk vastgesteld op 11 april. Maar omdat die datum in de Stille Week voor Pasen valt, heeft het moderamen van de PKN verzocht deze datum te verschuiven. Deze rechtszaak, die we niet anders dan met grote spijt aanspannen, past niet in de week voor Pasen.”
Het feit dat de zaak nu niet meer aangehouden mag worden, betekent niet dat het kort geding niet afgeblazen zou kunnen worden, mocht de synode van de HNHK op zaterdag 1 april een beslissing over de naam nemen waarmee ook de PKN kan leven. „Afblazen kan altijd”, meent Hollaar. „Zelfs ter zitting doen rechters vaak nog oproepen tot een schikking, zodat er geen uitspraak gedaan hoeft te worden.”