Opinie

Europese christen moet Daniël volgen, niet Jona

Het spreken over de eindtijd moet voor christenen in Europa in het perspectief van de hoop staan, niet in het teken van de angst, stelt Diederick Eikelboom naar aanleiding van een studiedag.

10 March 2006 09:53Gewijzigd op 14 November 2020 03:32

Het Zoeklicht organiseerde afgelopen zaterdag in Doorn een studiedag, met als thema ”Europa, zegen of vloek”. Maandag werd hierover bericht in deze krant.Op deze studiedag werd door verschillende inleiders stilgestaan bij de betekenis van het huidige Europa in de Bijbelse profetieën. Het lijkt me heel erg goed dat christenen hierover nadenken, ook buiten de kringen van Het Zoeklicht.

Maar wat doet een christen als hij meer begrijpt van de betekenis van de profetieën en de eindtijd? Wat is de betekenis voor Europese christenen als ze zich ervan bewust zijn te leven in de vervulling van profetieën rondom Europa? Wat wordt dan de houding van Europese christenen en de kerk?

Een belangrijk onderdeel van het denken rondom profetieën en Europa vormt de gedachte dat het huidige Europa, met een angstwekkend snel sterker wordende Europese Unie, het onderste gedeelte is van het beeld wat Nebukadnessar zag en dat wordt beschreven in Daniël 2. De benen, die bestaan uit ijzer, verbeelden in de uitleg van Feike ter Velde en anderen het Romeinse Rijk. De voeten, die bestaan uit leem en ijzer, zijn in die uitleg het herstel van het Romeinse Rijk. De opkomst van de Europese Unie in combinatie met het bestaan van de staat Israël moet dan wel betekenen dat de eindtijd aanstaande is.

De betekenis van de eveneens angstwekkend snel opkomende islam, die ontwrichtend zou kunnen werken voor de Europese Unie, is niet helemaal duidelijk. Hoe deze eindtijd eruit zal zien, inclusief eerste en tweede verschijningen van Christus, de opname van de gemeente en het duizendjarig Rijk, kwam op deze studiedag nauwelijks aan bod.

Angst
Zonder in te gaan op de inhoud en de betekenis van de profetieën, wil ik wel graag ingaan op de gevolgen voor het leven van Europese christenen. Het zal namelijk slechte gevolgen hebben voor het getuigenis van het Evangelie in Europa als christenen zich angstig en fatalistisch terugtrekken in hun eigen kringetjes en gemeenten, wachtend tot ze opgenomen worden. Dat zal de bedoeling niet zijn van de brengers en uitleggers van deze profetieën, en dat was zeker niet de bedoeling van Johan de Heer, de grondlegger van het Zoeklicht. Maar dit risico is er wel.

Een belangrijk gedeelte van de lezingen op de studiedag ging over allerlei angstige ontwikkelingen, zoals opkomend antisemitisme, opkomende islam, verregaand materialisme, moreel verval en zwendel binnen de Europese Unie.

Sommige christenen lijken daarbij niet verder te komen dan het vaststellen dat het allemaal wel erg is, of hoogstens dat „we leven in een dynamische tijd”, zoals Emerson Vermaat concludeerde na zijn betoog over de islam.

Deze indringende geluiden lijken vooral gericht op christenen (die zo ver zijn dat ze dit begrijpen) en op Israël. Het blijft vooral een interne discussie. Zo lijkt deze boodschap nauwelijks betekenis te hebben voor de wereld, of om het missionair te zeggen: voor alle volken.

Berg
En daar ligt het gevaar voor een beperkte blik op de betekenis van de profetieën. Paul van Buitenen, bewust christelijke Europees politicus, typeerde het raak door de vraag te stellen of we ons als christenen die zich bezig houden met profetieën en eindtijd niet te veel opstellen als Jona, die wegloopt om de boodschap te vertellen aan Ninevé en zich later terugtrekt op de berg om af te wachten hoe God de stad zal oordelen. Christenen lijken inderdaad vaak niet veel meer dan dat te doen.

Het hoeft geen uitleg dat deze houding niet aansluit bij de belangrijkste taak voor christenen: het Evangelie brengen. Zelfs al zou je als Jona moeten waarschuwen voor het oordeel, dan is dat juist om inkeer en berouw te brengen.

Beter voorbeeld is Daniël, die juist midden in de politieke wereld van Babel zijn verantwoordelijkheden neemt. Of Paulus, die midden in de Romeinse wereld geen ogenblik voorbij laat gaan om gemeenten te stichten en op te bouwen en die volledig gericht is op de voortgang van het Evangelie.

Laat het spreken over de eindtijd niet een boodschap van angst en fatalisme zijn, maar van hoop. Een boodschap waarbij het zwakke Lam het briesende Beest overwint, zoals Ouweneel terecht benadrukte op de studiedag. Een boodschap die we niet exclusief houden voor een beperkt groepje studerende christenen, maar een hoopvolle boodschap om midden in de wereld te laten zien.

De auteur is directeur van ECM-Nederland, een zendingsorganisatie die zich richt op gemeentestichting en -ontwikkeling in Europa.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer