Gewapende groepen drukken stempel op stembusgang Colombia
BOGOTA (ANP) – Ruim 200.000 militairen moeten er voor zorgen dat de Colombianen zondag veilig een nieuwe senaat en een nieuw parlement kunnen kiezen. De veiligheidsmaatregelen zijn vooral gericht tegen de Gewapende Revolutionaire Krachten van Colombia (FARC) die in de aanloop naar de stembusgang twee bloedbaden aanrichtten in het zuiden van het land, waardoor onder meer negen gemeenteraadsleden om het leven kwamen.
In de verkiezingen staan 102 zetels voor de senaat en 166 zetels voor het Huis van Afgevaardigden op het spel. De stembusgang is een belangrijke test voor president Alvaro Uribe van de Conservatieve Partij, die op 28 mei een goede kans maakt te worden herkozen. De zeven partijen die hem steunen, halen volgens de laatste peilingen zondag de bijna de helft van de stemmen voor het Huis van Afgevaardigden en kunnen de president dus een opsteker bezorgen.Uribe dankt zijn populariteit voornamelijk aan de standvastigheid waarmee hij het geweld in het Zuid–Amerikaanse land probeert in te dammen. Sinds zijn aantreden in de zomer van 2002 is het aantal ontvoeringen en moorden in Colombia duidelijk gedaald.
Bovendien wist de president een akkoord over ontwapening te bereiken met de extreemrechtse paramilitaire organisatie AUC. Volgens de hoge commissaris voor de vrede in Colombia, Luis Carlos Restrepo, hebben sinds 2003 bijna 25.000 leden van rechtse milities de wapens neergelegd.
Critici van Uribe zijn echter van mening dat de president bij het bestrijden van gewapende groepen beduidend minder resultaten heeft bereikt dan hij wil doen geloven. Het Colombiaanse wetenschappelijke instituut Cerac stelde eind vorig jaar dat rechtse milities in de eerste helft van 2005 zeker twee keer zoveel burgers hebben omgebracht als in dezelfde periode in 2003 en 2004. Veel AUC–leden zouden na het inleveren van de wapens nieuwe milities vormen en zich onder meer schuldig maken aan afpersingen en moorden.
Enkele dagen geleden betichtte de politicus Germàn Navas van de Linkse Democratische Pool (PDA) de AUC nog van intimidatie in de aanloop naar de verkiezingen. Volgens Navas oefenen AUC–leden druk uit op kiezers om zondag te stemmen op de meest rechtse partijen in de senaat en het Huis van Afgevaardigden.
Verder is Uribe er nog niet in geslaagd om de linkse guerillabewegingen FARC en het Nationale Bevrijdingsleger (ELN) uit te schakelen. De FARC is met naar schatting 16.000 strijders de grootste guerrillagroeperingen in het land. De Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch hekelde de gewelddadigheden van de FARC gedurende de laatste weken, waarin zeker twintig mensen werden gedood. Directeur Latijns–Amerika van Human Rights Watch José Miguel Vivanco betichtte de FARC van „het ondermijnen van de democratie" en van „gebrek aan respect" voor mensenlevens.
Uribe erkent dat de FARC nog altijd een groot probleem voor de veiligheid in het Zuid–Amerikaanse land vormt en dat hij nog een termijn van vier jaar nodig heeft om de vruchten te plukken van zijn harde lijn tegen de FARC.
In de komende vier jaar hoopt Uribe ook een vredesakkoord te sluiten met het ELN, met ongeveer 5000 mensen onder de wapenen de tweede guerrillagroep in het land. Uribe toonde zich vorige week in zijn nopjes met het besluit van het ELN om tot en met de parlementsverkiezingen van zondag de wapens te laten rusten. Human Rights Watch was minder enthousiast. „Gezien de geschiedenis van het ELN van bloedige aanslagen op burgers, is een belofte om zich niet te bemoeien met de verkiezingen onvoldoende", stelde Vivanco.