Dat zegt het jaarlijkse rapport van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken over de mensenrechten wereldwijd (behalve in de VS), dat woensdag werd gepubliceerd. Het rapport verschilt duidelijk van toon met het Witte Huis, dat eerder deze week nog optimistische geluiden liet horen over de ontwikkelingen in Irak.„De situatie in Irak wordt steeds beter”, aldus vicepresident Cheney dinsdag. Het Witte Huis wilde niet reageren op commentaar van de Amerikaanse ambassadeur in Bagdad, Zalmay Khalilzad, die tegenover de Los Angeles Times verklaarde dat de Amerikaanse invasie van Irak een ”doos van Pandora” had geopend in Irak voor wat betreft het gebruik van geweld. Het land staat volgens hem aan „de rand van een burgeroorlog.”

Het rapport van Buitenlandse Zaken richt zich ook op andere landen in de regio. Iran wordt bekritiseerd vanwege de standrechtelijke executies die daar plaatsvinden en het geweld dat wordt toegepast door milities die de steun van de overheid hebben.

In Egyptische gevangenissen wordt volgens het rapport „stelselmatig” gemarteld, wat soms tot de dood van gevangenen leidt.

Ook China krijgt ervan langs, omdat het communistische regime daar individuen en groeperingen die de overheid beschouwt als een „bedreiging” onder druk zet door arrestaties en langdurige gevangenisstraffen.

In Sudan zijn er volgens het rapport aanwijzingen dat de „volkerenmoord” in de provincie Darfur onverminderd doorgaat. Volgens Washington is de regering hiervoor verantwoordelijk, onder meer vanwege de steun die Khartoem geeft aan gewapende milities die de bevolking van Darfur terroriseren.

Zimbabwe, Rusland, Wit-Rusland, Cuba, Noord-Korea en Birma komen allemaal aan de beurt in dit rapport, dat sinds 1977 wordt uitgegeven en jaarlijks wordt bijgewerkt.

Het rapport houdt zich niet bezig met de situatie in de VS zelf, die in toenemende mate onder kritiek komt -nationaal en internationaal- vanwege de behandeling van terreurverdachten op de basis Guantanamo Bay in Cuba en sommige arrestanten in de VS zelf.