Dat schrijft Van Aartsen in reactie op schriftelijke vragen van de kamerleden Van der Staaij (SGP) en Huizinga-Heringa (ChristenUnie). De bewindsman laat weten dat hij diverse Pakistaanse rechtsgedingen waarin christenen worden vervolgd voor overtreding van de islamitische blasfemieverboden, nauwlettend in de gaten houdt. Overigens heeft Van Aartsen er goede hoop op dat een hogere rechter het vonnis zal terugdraaien, omdat deze straf niet in de wet is voorzien. Volgens Van Aartsen laat de onafhankelijkheid van de Pakistaanse rechtsgang „in een aantal opzichten te wensen over.” Het blijkt dat christenen vaak worden aangepakt via de blasfemiewetgeving, ook wanneer zij zakelijke meningsverschillen met moslims hebben.