Reis van VNU krijgt ongewis vervolg
HAARLEM (ANP) - ”Van Haarlem naar Manhattan” heet het boek dat vorig jaar verscheen ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van VNU. De titel duidt op de transformatie van de Nederlandse uitgever van onder meer Libelle en Donald Duck in een multinational die vooral marketinginformatie en gegevens over mediagebruik levert.
Deze omslag heeft echter niet de waarde opgeleverd die was beoogd. Sinds 2000 is de beurskoers bijna alleen maar gedaald en zijn de winsten gekrompen. Met de woensdag aangekondigde verkoop aan een groep investeerders krijgt de reis van Haarlem naar Manhattan voor VNU een ongewis vervolg.De Verenigde Nederlandse Uitgeversbedrijven, VNU, is in 1964 opgericht als een fusie van De Spaarnestad in Haarlem en het Brabantse Cebema. Dit waren voorheen felle concurrenten op het gebied van de massabladen. Zo gaf De Spaarnestad Libelle en Panorama en Cebema Margriet en Revue (Nieuwe Revu) uit. Het oprichten van de beursgenoteerde onderneming VNU was vooral ingegeven door angst voor de opkomst van reclame op televisie. Die zou veel adverteerders weghalen bij de tijdschriften.
Met Cebema werd VNU ook eigenaar van regionale dagbladen in Noord-Brabant. Het concern telde tal van drukkerijen. De integratie verliep echter moeizaam. Er bleven twee bloedgroepen bestaan en echte leiding ontbrak. Dat was aanleiding voor een externe ingreep. Het adviesbureau McKinsey werd binnengehaald, dat met een blauwdruk voor een onderneming met een eigen groepsstructuur kwam. Er werd een voorzitter van buiten aangetrokken: Evert Bloembergen van aannemersbedrijf Brederode.
Met de oud-aannemer kreeg VNU meer profiel. De publieksbladen waren goudmijntjes en leverden het concern voldoende kasgeld op om vakbladen zoals Intermediair en Computable te kopen en om internationaal aan de weg te timmeren.
Als beursgenoteerde onderneming groeide bij VNU de behoefte om aandeelhouders met vaste winstuitkeringen tevreden te stellen en minder afhankelijk te zijn van conjunctuurgevoelige advertentieopbrengsten. De eerste stap naar de zakelijke markt werd al in de jaren zeventig gezet. In de jaren tachtig ging VNU naar de Verenigde Staten en nam er minderheidsbelangen in bedrijven die hun geld verdienden met marketinginformatie.
VNU begon tegelijkertijd afscheid te nemen van uitgeefactiviteiten. Zo werd Het Spectrum verzelfstandigd. Een poging om de commerciële televisiemarkt te betreden bleek geen lang leven beschoren. De minderheidsbelangen in RTL en VTM gingen na een aantal jaren weer van de hand.
In 1986 trad Joep Brentjens aan. Hij was tot 2000 voorzitter van de raad van bestuur van VNU en kan zonder meer de architect van het huidige informatie- en mediaconcern worden genoemd. Onder zijn leiding gingen de drukkerijen de deur uit, werden grote Amerikaanse bladen zoals Billboard en Hollywood Reporter overgenomen en groeide de zakelijke klantenkring, de zogeheten business-to-businessmarkt.
De transformatie raakte eind jaren negentig in een stroomversnelling met de overname van World Directories, uitgever van onder meer de Gouden Gidsen. Nielsen Media Research, dat kijkcijfers en kijkgedrag voor de Amerikaanse tv-markt meet, werd voor omgerekend 2,5 miljard euro gekocht.
Begin 2000 gingen de regionale kranten de deur uit, voor 1,8 miljard gulden. VNU koos nu onomkeerbaar voor internationalisering. Hij kocht de vakbeursorganisator Miller Freeman en ACNielsen, die marketinginformatie en verkoopgegevens voor de detailhandel verzamelt.
Met de verkoop in 2001 van de publiekstijdschriften aan het Finse Sanoma verdween het hart van het oude VNU. Toen was er niets meer over van waar het bedrijf in 1964 mee begon. VNU is van een uitgever in de lage landen een wereldwijd multimediaal informatieconcern geworden, een leverancier van bedrijfs- en marketinginformatie in meer dan honderd landen met 38.500 medewerkers en een omzet van bijna 3,5 miljard euro.
Om het nieuwe VNU nog eens extra profiel te geven, besloot de in 2000 benoemde opvolger van Brentjens, Rob van den Bergh, de goed renderende Gouden Gidsendivisie te verkopen en een miljardenbod uit te brengen op IMS Health, de ACNielsen voor de farmaceutische industrie.
Daarmee zou de koerswijziging van het bedrijf compleet moeten zijn, maar Van den Bergh had buiten de aandeelhouders gerekend. Zij vonden de overname te duur en waren ontevreden over het rendement dat de transformatie de afgelopen jaren had opgeleverd. Hun verzet luidde het begin in van het einde van de beursnotering van VNU.