Milosevic wilde geen compromis ‘Kosovo’
De Joegoslavische oud-president Slobodan Milosevic heeft zich in 1999 teruggetrokken uit een overeenkomst die de NAVO-bombardementen op Kosovo had kunnen voorkomen.
Dat zei voormalig EU-bemiddelaar Wolfgang Petritsch dinsdag voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag.
Wolfgang Petritsch, tot voor kort de hoogste internationale bestuurder van Bosnië, maakte eind jaren negentig namens de EU deel uit van het team van internationale onderhandelaars dat bemiddelde tussen Joegoslavië en de etnisch Albanese rebellen in Kosovo.
Dinsdag verklaarde Petritsch dat de Servische delegatie op de conferentie van Rambouillet in februari 1999 akkoord ging met een compromisvoorstel dat voorzag in een grote mate van autonomie voor de etnische Albanezen en de stationering van een internationale legermacht in Kosovo.
Op een vervolgconferentie drie weken later was de Servische delegatie radicaal van mening veranderd. De Serviërs verwierpen de stationering van buitenlandse soldaten in Kosovo en namen ook afstand van het politieke akkoord van Rambouillet. „Het was duidelijk dat de Joegoslavische delegatie instructies had gekregen om geen positief resultaat te bereiken”, zei Petritsch dinsdag. Volgens Petritsch zat Milosevic achter de ommezwaai.
Op 22 februari, twee dagen voor het begin van de NAVO-bombardementen op Kosovo, ontmoette Petritsch Milosevic om hem voor de laatste maal te waarschuwen. „Mijn indruk was dat hij niet echt luisterde. Voor mij was het tamelijk deprimerend. Er was geen echte belangstelling voor het vinden van een oplossing.”
Tijdens zijn kruisverhoor van Petritsch noemde Milosevic het ontwerpakkoord van Rambouillet een „ultimatum”, dat bovendien voorzag in de bezetting van Joegoslavisch grondgebied door de NAVO. Petritsch zei die visie „volledig verkeerd” te vinden. Het akkoord was gebaseerd op het verdrag van Dayton, dat in 1995 een einde maakte aan de oorlog in Bosnië. Milosevic heeft dat verdrag ondertekend, zei Petritsch.
Dinsdag werd het proces hervat na een onderbreking van twee weken wegens ziekte van Milosevic.