Kort geding tegen Gameren gestaakt
ARNHEM - De vertegenwoordiger van de Nederlandse hervormde gemeente (in h.v.) in Gameren heeft een verzoek gedaan tot vervanging (”wraking”) van de Arnhemse rechter mr. J. D. A. den Tonkelaar. Dit betekent dat een kort geding, aangespannen door de hervormde gemeente (PKN) in Gameren, is uitgesteld.
Dat heeft een voorlichter van de rechtbank in Arnhem bevestigd.Wraking is een middel waarmee een partij een rechter kan verhinderen een rechtszaak te behandelen, als er de vrees bestaat dat die rechter niet onpartijdig tegenover de zaak zal staan.
De hervormde gemeente in Gameren (PKN) had het kort geding aangespannen om de eigendomsrechten over de kerkelijke goederen op te eisen van de Nederlandse hervormde gemeente (in h.v.).
Volgens de voorlichter van de rechtbank in Arnhem zal er nu een zogenaamde wrakingskamer worden ingesteld. „Die bestaat uit rechters van de rechtbank in Arnhem die gaan bekijken of de aangewezen rechter vervangen of gehandhaafd zal worden in deze zaak.” Hij zei niets te kunnen zeggen over de termijn waarop deze wrakingskamer bij elkaar zal komen en wanneer er een uitspraak gedaan zal worden. Tegen de uitspraak van deze kamer is geen beroep meer mogelijk.
Mr. P. Baijense vertegenwoordigde dinsdag in de rechtszaal, als lid van de kerkvoogdij, de Nederlandse hervormde gemeente (in h.v.) van Gameren. Desgevraagd legt hij uit waarom hij een verzoek tot wraking heeft gedaan. „Wij lazen dat de advocaat van de Protestantse Kerk in een brief aan de rechtbank erop had gewezen dat mr. Den Tonkelaar al eerder rechtszaken tussen hervormde gemeenten en hersteld hervormde gemeenten heeft behandeld”, aldus Baijense. „Dat vinden wij een vreemde gang van zaken. Omdat Den Tonkelaar ook lid is van de PKN en vroeger lid was van een provinciale commissie van bezwaren en geschillen in de Nederlandse Hervormde Kerk, gingen bij ons al die factoren meewegen en kwamen we tot de conclusie dat er geen andere weg was dan een verzoek tot wraking te doen. We vragen de rechtbank daarmee of deze rechter wel de juiste man is voor deze zaak.”
Baijense ontkent dat uit dit wrakingsverzoek wantrouwen spreekt tegenover de rechterlijke macht in Nederland. „Er spreekt wantrouwen uit tegenover het optreden van de advocaat van de PKN.”
P. Hollaar, woordvoerder van de Protestantse Kerk in Nederland, noemt het hoogst ongebruikelijk dat de gedaagde partij pas tijdens de rechtszitting met de wraking komt. „Ze wisten welke rechter er was toegewezen en dan is het normaal dat je zo’n wrakingsverzoek van tevoren doet. Dat had iedereen veel moeite bespaard.”
De suggestie dat de PKN gelobbyd zou hebben om rechter Den Tonkelaar op deze zaak te krijgen, wijst hij met klem van de hand. „Deze rechter is thuis in de materie door eerdere rechtszaken over deze zaak. Dat is alles. Maar dat heeft natuurlijk niets te maken met het feit dat wij lobbyen voor een bepaalde rechter. Dat kan in ons rechtssysteem helemaal niet. Ik kan het optreden van de herstelden niet anders zien dan als getuigend van enig wantrouwen tegenover de rechterlijke macht. En dat komt op mij over als nogal ongepast.”