Dat zei de woordvoerder van de Vogelbescherming dinsdag tijdens een spoedprocedure bij de Raad van State. Die behandelde het verzoek van de Faunabeheereenheid Zeeland om alsnog eieren van grauwe ganzen te mogen rapen en schudden in het natuurgebied Oosterschelde-binnendijks (De Maire). Als eieren geschud of doorgeprikt en teruggelegd worden, komen ze niet meer uit maar dan leggen ganzen ook geen nieuwe eieren.Eerder verleende het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV) een ”eierschudvergunning” aan de Faunabeheereenheid, maar door de bezwaren van de Vogelbescherming mag de Faunabeheereenheid de vergunning niet gebruiken.

De Faunabeheereenheid hoopt dat de Raad van State alsnog toestemming geeft voor het schudden en rapen van eieren tot 31 maart. Volgens de beheereenheid, waarin boeren, jagers, natuurorganisaties en overheden deelnemen, loopt de hoeveelheid grauwe ganzen bij de Oosterschelde de spuigaten uit.

De ganzen, die in Nederland pas in 1961 aan hun opmars zijn begonnen, brengen door hun grote aantallen (100.000 in totaal) soms grote schade aan landbouwgewassen aan. De Faunabeheereenheid wil allerlei methoden inzetten om de aantallen naar beneden te krijgen. Behalve afschieten en wegvangen wil de eenheid het natuurgebied in om de eieren te rapen of te schudden.

Vogelbescherming vindt het eierschudden zinloos en schadelijk voor het natuurgebied. Volgens de natuurorganisatie verstoren de rapers andere broedende vogels, zoals de kiekendief en de roerdomp. Bovendien zou het rapen geen merkbaar effect op het aantal ganzen hebben.

„Veel beter is om het gebied zo te beheren dat het onaantrekkelijker wordt voor grote hoeveelheden ganzen”, zei de woordvoerder van de Vogelbescherming.