Korthals vraagt politiebond opheldering over drugscijfers
Minister Korthals van Justitie gaat de Nederlandse Politiebond (NPB) om opheldering vragen over cijfers over drugssmokkel via de Nederlandse Antillen. Volgens de minister komen de door de NPB gepresenteerde getallen niet overeen met de gegevens van onder meer het drugsbureau van de Verenigde Naties.
De NPB stuurde vorige week een brandbrief naar de minister over de in de ogen van de bond falende bestrijding van drugssmokkel. De brief kwam tot stand na een bezoek van de penningmeester van de NPB aan de Antilen.
In de brief stelde de politiebond dat jaarlijks 200 ton kilo cocaïne het grondgebied van de Antillen passeert. Een vijfde daarvan zou door zogenaamde bolletjesslikkers naar Nederland worden gesmokkeld. De NPB bepleit in de brief dat de drugsbestrijding op de Antillen volledig in Nederlandse handen komt.
Volgens Korthals komen de door de NPB gepresenteerde cijfers niet overeen met de schattingen van onder meer de VN. Volgens deze schattingen wordt jaarlijks in Zuid-Amerika tussen de 768 en 1163 ton cocaïne geproduceerd. Tussen de 150 en 200 ton daarvan is bestemd voor de Europese markt. Hiervan wordt een deel via het hele Caraïbisch gebied getransporteerd.
Korthals gaat Van de Pol vragen waar hij zich op baseert. Hij wil ook van de NPB-penningmeester weten in welke officiële brief hij heeft gelezen dat de Antilliaanse overheid met opzet maatregelen ter bestrijding van drugssmokel achterwege laat.
De oplossing van de NPB dat Nederland zelf de bestrijding van de drugshandel ter hand neemt, gaat volgens Korthals voorbij aan de realiteit. Hij herinnert de NPB eraan dat de landen in het Koninkrijk autonoom zijn op het terrein van de rechtshandhaving.