Dat was een van de conclusies die de bezoekers van een klein internationaal symposium over de toekomst van monarchieën vrijdag in Tilburg konden trekken.De aanwezigheid van regerende vorsten maakt veel mensen enthousiast. „Dat moeten we positief benutten”, stelde de Noorse dr. Leif Pareli.

Een koning kan vanwege zijn ervaring vaak met gezag spreken en daardoor problemen oplossen. Pareli noemde het voorbeeld van de Noorse koning, die enkele jaren geleden een plaatsje bezocht helemaal in het noorden van het land, tegen de grens met Rusland aan.

„Sinds de Tweede Wereldoorlog leefde daar een groep mensen die afstamden van de partizanen die tijdens de oorlog veel verzet pleegden tegen de nazi’s. Ze leefden erg geïsoleerd van de andere dorpelingen, omdat ze hun training van de Russen hadden gekregen.

Tijdens zijn bezoek hield de koning een indringende rede waarin hij deze mensen prees vanwege hun inzet. Voor de groep was het alsof het verleden van hen afviel. De hoogste gezagdrager viel hun bij. Het heeft de verstandhoudingen verbeterd”, aldus Pareli vrijdag.

Vorstelijke families behouden ook hun betekenis en waardigheid als zij niet meer op de troon zitten, constateert Pareli verder. Hij verwees naar de doop van het Noorse prinsje, Sverre Magnus, vandaag in Oslo. „Getuigen bij de doop zijn naast koningin Sonja en prinses Máxima en drie vrienden van het paar: kroonprins Pavlos van Griekenland en prinses Rosario van Bulgarije. Beiden van niet-regerende huizen. Het zegt iets over de verhoudingen tussen de koninklijke families.”

Koningen zijn ook bewakers van de identiteit van hun land, zo stelde de Tilburgse hoogleraar dr. A. de Ruijter. Met hun uitlatingen kunnen vorsten voor en achter de schermen veel invloed uitoefenen op die identiteit. Ook al hebben de meeste monarchen geen economische macht meer, hun invloed blijft groot, aldus de antropoloog De Ruijter.

Het symposium maakt deel uit van een driedaagse bijeenkomst van het Europese Museum Forum waarin enkele tientallen museummedewerkers uit heel Europa nadenken over de ontwikkeling van een rondreizende tentoonstelling die over de betekenis van de monarchie in het verleden en in de toekomst moet gaan. Het onderwerp is actueel door de steeds verdergaande samenwerking van de Europese landen.

De tentoonstelling zal niet eerder dan in 2008 te zien zijn. Tot nu toe doen Kroatië, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Estland, Hongarije, Italië, Luxemburg, Monaco, Noorwegen, Roemenië, Slowakije, Turkije, Groot-Brittannië en Nederland mee aan de ontwikkeling van het idee.