Kinderen kleiner dan 1,35 meter dienen in een goedgekeurd kinderzitje te zitten. Volwassenen en kinderen groter dan 1,35 meter moeten de gordel om en mogen zo nodig een zittingverhoger gebruiken. Dat zijn de twee hoofdregels van de Europese wet op het vervoer van kinderen in de auto die per 1 maart geldt. Als je die op de situatie van de familie Van de Ruitenbeek toepast, lijkt het gezin in overtreding. Op de achterbank is het op het eerste gezicht prima in orde, maar hoe zit het met het speciale bankje? Moeten daar geen zitjes op?Volgens een woordvoerder van garage Geurtsen uit Veenendaal -die de Uniklapbank en de Univastbank produceert en monteert- is het bankje ook in de nieuwe regelgeving een legaal middel om kinderen op te vervoeren. „Mensen hoeven er geen stoeltjes of verhogers op te zetten, want de Unibank is een zittingverhoger op zichzelf. We hebben er uitgebreid over gesproken met de Rijksdienst voor het Wegverkeer en met Justitie.”

Leyla Ersözlü, voorlichtster bij de stichting Consument en Veiligheid, betwijfelt of garage Geurtsen gelijk heeft. „De wet is hier heel duidelijk over: je mag kinderen onder de 1,35 meter alleen in een goedgekeurd kinderzitje vervoeren (met ECE 44/03- of 44/04-label) en aangezien dit bankje daar niet over beschikt, mag je hier dus geen kinderen op vervoeren. Maar het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft toegezegd zich over de kwestie te buigen.”

Haarscheurtjes
Mevrouw A. van de Ruitenbeek hoopt dat ze bankje in de bagageruimte mag blijven gebruiken. „Anders zijn we gedwongen een mpv aan te schaffen. En zulke auto’s zijn vaak niet de goedkoopste.”

Hoewel de nieuwe wetgeving wel wat studie vergt, is de Garderense niet negatief over de aangescherpte regels. „Als kinderen daardoor veiliger worden vervoerd, sta ik erachter. Ik vraag me alleen wel af of de overheid niet een beetje doorslaat. Vroeger zaten we met z’n vijven los op de achterbank en dat is altijd goed gegaan.”

Uit onderzoek van Consument en Veiligheid blijkt dat het gebruik van autostoeltjes het aantal ernstige letsels wel degelijk verkleint. In achterwaarts gerichte zitjes met ongeveer 90 procent en in voorwaarts geplaatste varianten met ongeveer 60 procent ten opzichte van autogordels.

Ersözlü wijst erop dat kinderen dan wel in een voor hen geschikt exemplaar moeten zitten. Voor de gewichtsklasse 0 tot 13 kilo is dat een achterwaarts gerichte babyautostoel, voor die van 9 tot 18 kilo een kinderautostoel en voor die van 15 tot 36 kilo een zittingverhoger.

Verder adviseert de woordvoerster van de stichting Consument en Veiligheid om een zitje van meer dan zes jaar oud weg te gooien. „Door weersinvloeden, temperatuurwisselingen en veelvuldig gebruik kunnen er haarscheurtjes in het materiaal zijn gekomen. En die verkleinen de veiligheid.”

Niet alleen op de achterbank, ook voorin mogen kinderen worden vervoerd. Baby’s in een achterwaarts gerichte stoel alleen als er geen airbag op de plek zit of als die is uitgeschakeld. Ersozlu: „Het babyautostoeltje kan door de airbag met kracht naar achteren worden gestoten, met mogelijk ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg.”

Harde klap
Grotere kinderen mogen sowieso op de plaats naast de bestuurder zitten, mits in een voor hen bestemd zitje. „Het is in dat geval wel aan te raden om de stoel niet helemaal naar voren te zetten”, zegt de voorlichtster van Consument en Veiligheid. „De airbag is namelijk afgesteld op volwassenen en die zitten over het algemeen wat naar achteren. Een kind dat vlak bij het dashboard zit, krijgt daardoor een naar verhouding erg harde klap.”

Wie zich niet aan de nieuwe regels houdt, riskeert een boete 75 euro. Het is echter de vraag hoe vaak die zal worden uitgeschreven. Controleren op de aanwezigheid van een keurmerk gaat nog wel, maar hoe moet de politieagent zien of Jantje kleiner of groter is dan 1,35 meter, of hij zwaarder is dan 36 kilo of niet? Of sjouwen dienders voortaan een meetlat en een weegschaal mee?

Meer informatie: www.kinderzitjes.nl; www.veiligheid.nl; www.verkeerenwaterstaat.nl.

Uitzonderingen
De nieuwe wet voor het vervoer van kinderen in de auto is in hoofdlijnen duidelijk. De uitzonderingen maken de regels echter toch nog een beetje lastig. Gelukkig zijn het er ’slechts’ zes.

Te weinig gordels
Als er meer passagiers zijn dan gordels, mogen kinderen groter dan 1,35 meter en volwassenen los op de achterbank zitten, zolang de aanwezige gordels maar door andere passagiers worden gebruikt. Dit geldt tot 1 mei 2008.

Te weinig plaats
Als op de achterbank al twee autostoeltjes of zittingverhogers in gebruik zijn, is er vaak geen plaats meer voor een derde. In zo’n geval mag een kind vanaf drie jaar op de overgebleven zitplaats de gordel gebruiken.

Geen gordels achterin
Kinderen jonger dan drie jaar mogen niet op de achterbank vervoerd worden als daar geen gordels aanwezig zijn. Kinderen vanaf drie jaar en volwassenen mogen in dat geval los op de achterbank zitten.

Voorin noch achterin gordels
Als voor in de auto ook geen gordels aanwezig zijn, mogen kinderen tot drie jaar helemaal niet worden meegenomen. Kinderen van drie jaar en ouder mogen in een auto zonder gordels niet voorin zitten als ze kleiner zijn dan 1,35 meter.

‘Andere’ kinderen
Bij incidenteel vervoer over beperkte afstand -dus niet op een vakantiereis- mogen op de achterzitplaatsen kinderen vanaf drie jaar -maar niet de eigen kinderen- volstaan met het gebruik van de gordel.

Taxi- en busvervoer
In bussen en op de achterbank van een taxi is een autostoeltje of zittingverhoger niet verplicht. Kinderen vanaf drie jaar en volwassenen moeten dan de gordels gebruiken, voor zover aanwezig, en kinderen jonger dan drie jaar mogen in dat geval los worden vervoerd.