Kerk & religie

„Christenen beter af met Turkije als EU-lid”

’S-HERTOGENBOSCH - Het is voor hem „geen vraag” of christenen beter worden van een toetreding van Turkije tot de Europese Unie. „De leiders van de christelijke gemeenschappen in Turkije pleiten zelf allemaal voor toetreding. We kunnen niet meer terug op de weg die wij decennia lang zijn gegaan.”

Kerkredactie
3 March 2006 10:28Gewijzigd op 14 November 2020 03:31

De winst van de onderhandelingen is dat er beweging is gekomen in het gesprek over de positie van minderheden in Turkije, vindt dr. G. Steunebrink, universitair docent godsdienst- en cultuurfilosofie aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Hij sprak donderdag in ’s-Hertogenbosch op een symposium over de vraag naar de toetreding van Turkije tot de EU vanuit het perspectief van de christelijke minderheden. De bijeenkomst werd georganiseerd door de Katholieke Vereniging voor Oecumene.Steunebrink: „Niet alleen voor christenen, maar voor heel Turkije zijn de gevolgen niet te overzien wanneer we Turkije zouden afwijzen op grond van het islamitische karakter van de Turkse samenleving. De modernisering van het land zou vertragen.”

Hij vergeleek de situatie van Turkije met de positie van minderheden in Griekenland. In dit land, dat wel tot de EU behoort, gaan christenen regelmatig met succes in beroep tegen de Grieks-orthodoxe staatskerk. Bij toetreding van hun land tot de EU zouden Turkse christenen dat ook kunnen doen.

„We moeten de positie van de christenen plaatsen binnen de totale Turkse problematiek”, aldus Steunebrink. „Het moderne Turkije heeft met de verandering van hun alfabet en de invoering van een seculiere islam de band met haar Ottomaans-islamitisch verleden radicaal willen doorsnijden. Een weg terug is niet meer mogelijk. Turkije heeft zijn schepen achter zich verbrand en zich bewust georiënteerd op Europa en geprobeerd de Europese moderniteit op eigen basis vorm te geven.”

Volgens de Nijmeegse wetenschapper is de kern van de Turkse godsdienstpolitiek het ondersteunen en in stand houden van een ’mainstream’ islam, om die in dienst te stellen van het regeringsbeleid. „De christelijke minderheden lijden onder deze politiek, voor zover ze zich niet vrij kunnen bewegen in de burgermaatschappij en bijvoorbeeld niet hun eigen opleidingen kunnen stichten.”

Maar ook islamieten zijn niet altijd baas over zichzelf, relativeerde hij. Religieuze bewegingen als de Narcu’s en de „pluralistische” volgelingen van de hervormer Fethullah Gülen zijn nog altijd bang voor regeringscontrole. Ook islamitische minderheden als de Alevi’s lijden onder achterstelling.

De godsdienstvrijheid van Turkse christenen is volgens Steunebrink afhankelijk van de godsdienstvrijheid voor de islam. „De islam is bezig zich te ontworstelen aan de omklemming en manipulatieve inzet van de staat.”

Drs. Shukri Demir, afkomstig uit Zuidoost-Turkije, pleitte ervoor de Armeens-orthodoxe, Grieks-orthodoxe en Syrisch-orthodoxe christenen meer bij de besluitvorming over de toetreding van Turkije tot de EU te betrekken. Een platform van deze kerken, die samen zo’n 100.000 leden tellen, zou de positie van christenen kunnen versterken. „De EU heeft oor voor de lobby van christelijke groepen”, aldus Demir.

Volgens Demir, die zelf van Syrisch-orthodoxe afkomst is, is het resultaat van de besprekingen tot nu toe dat de vrijheid van meningsuiting iets is toegenomen. Zo is de doodstraf afgeschaft en het aantal veroordelingen van Turkije door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in de periode van 2002 tot 2005 licht gedaald: van 143 in 2002 tot 129 in 2005.

Met de vrijheid van godsdienst is het echter minder goed gesteld, vindt hij. „De afgelopen jaren is er niet veel vooruitgang geboekt, behalve dat de staat soms goedkeuring geeft aan het renoveren van kerken. De staat houdt sterke controle via het directoraat van Godsdienstzaken. Zo kan het voorkomen dat ze eigendommen van kerken en synagogen confisqueren die niet als organisatie zijn erkend.”

De cartoonkwestie zal het christenen de komende jaren niet gemakkelijker maken, verwacht hij. „Het conflict loopt alleen maar op. Christenen worden toch gezien als een bondgenoot van het Westen. Elke maatregel in Europa of de Verenigde Staten heeft effect op de kerken in Turkije en het Midden-Oosten.”

De Turkse overheid besteedt tijdens de onderhandelingen meer aandacht aan economische vraagstukken dan aan de vrijheid van godsdienst. „Maar vooruitgang is er wel”, aldus Demir. „De Turkse regering heeft een start gemaakt en de deur staat op een kier. Omdat godsdienstvrijheid zo gevoelig ligt, kan het zijn dat de Turkse regering dit punt in de onderhandelingen naar achteren schuift.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer