Dat blijkt uit een woensdag gepresenteerd onderzoek. Het bureau Motivaction heeft in opdracht van het Nationaal Fonds Ouderenhulp (NFO) het onderzoek uitgevoerd onder 60-plussers.De oplichting onder de 125.000 senioren lukt bij een op de vijf 60-plussers (25.000). Daarnaast proberen criminelen jaarlijks 250.000 ouderen per telefoon op te lichten. Deze pogingen slagen bij een op de veertig telefoontjes (6000).

In totaal krijgt 12 procent van alle 60-plussers in Nederland te maken met (een poging tot) oplichting. Bij een op de tien senioren wordt ook wel eens geprobeerd om met een truc of smoes via de telefoon geld afhandig te maken.

Ouderen die opgelicht zijn, doen lang niet altijd aangifte. Volgens het onderzoek gaat slechts 12 procent van de slachtoffers naar de politie.

Daarentegen vertelt bijna een op de vier senioren zelfs aan niemand dat ze opgelicht zijn. Wel blijkt dat een 60-plusser het eerder tegen de buren zegt dan aan een vriend(in).

Volgens een woordvoerster van het fonds komt dat omdat ouderen zich schamen. Ook zijn veel 60-plussers bang dat hun omgeving uit de oplichting de conclusie trekt dat ze niet meer zelfstandig kunnen wonen.

Veel ouderen doen geen aangifte van de poging tot oplichting, omdat zij het de moeite niet waard vinden (25 procent). Anderen denken dat de politie toch niets doet met de melding (10 procent).

Een kwart van de ondervraagde ouderen is bang om de deur open te doen voor iemand die ze niet kennen of niet verwachten. Bijna 20 procent doet de deur helemaal niet open voor onbekenden. Aan de andere kant opent een op de vijf 60-plussers gewoon de deur, wie het ook is.

Wel zijn ouderen die in de grote steden wonen een stuk voorzichtiger dan plattelanders. Bijna de helft van alle ouderen kijkt eerst even door het raam om te zien wie er aan de deur belt, voordat ze de deur openen.