India en VS sluiten nucleair verdrag
NEW DELHI – India en de Verenigde Staten zijn een nucleair verdrag overeengekomen. Dat hebben de Amerikaanse president George Bush en de Indiase premier Mammohan Singh donderdag bekendgemaakt in New Delhi.
Het verdrag komt erop neer dat de VS India Amerikaanse brandstof en nucleaire kennis zullen verschaffen om het land te helpen zijn snel groeiende economie van de benodigde energie te voorzien, ook al sluit India zich niet aan bij het verdrag tegen de verspreiding van kernwapens. Het betekent een radicale beleidswijziging van Washington, dat in 1998 nog sancties aan India oplegde vanwege de kernproeven die het land uitvoerde.Dat er tijdens zijn eerste bezoek aan India een verdrag kan worden gepresenteerd, is een opsteker voor Bush. De onderhandelingen over het verdrag, die werden bemoeilijkt door het probleem dat de Indiase militaire en civiele nucleaire activiteiten moeilijk van elkaar te scheiden zijn, waren nog gaande toen de Amerikaanse president al in India op bezoek was. Singh zei op de gezamenlijke persconferentie dat hij Bush had kunnen melden dat India een lijst heeft opgesteld van de civiele installaties waar het verdrag betrekking op heeft. Hij bedankte Bush voor diens persoonlijke inzet om het verdrag rond te krijgen. „Zonder zijn leiderschap was deze dag waarschijnlijk niet spoedig aangebroken.”
Voorafgaand aan zijn bezoek aan India had de Amerikaanse president woensdag een onaangekondigd bezoek aan Afghanistan gebracht. Het toestel van Bush landde op de Amerikaanse luchtmachtbasis Bagram ten noorden van Kabul. In de Afghaanse hoofdstad werd hij welkom geheten door president Hamid Karzai. Na hun bespreking prees Bush de democratische ontwikkelingen in Afghanistan. „Deze ontwikkeling is in het belang van de vrije wereld”, aldus Bush, die niet wilde ingaan op vragen over het toenemende geweld in het land.
Na de septemberaanslagen van 2001 vielen de Amerikanen in oktober van dat jaar Afghanistan binnen, om een het fundamentalistische Talibanregime, dat onderdak bood aan de terreurorganisatie al Qaida van Osama bin Laden, omver te werpen. Dit regime is vooral in het zuiden van het land intussen weer zo sterk vertegenwoordigd, dat het een „bedreiging” vormt voor de democratische ontwikkeling. Dat zei generaal Michael Maples woensdag tijdens een ontmoeting met de defensiecommissie van de Senaat. Maples is hoofd van de Amerikaanse militaire inlichtingendienst DIA.
Senator John Warner, voorzitter van de defensiecommissie, wilde van Maples weten of al kan worden gesproken van een „burgeroorlog” in Afghanistan. „Nog niet”, verklaarde zowel Maples als John Negroponte, de Amerikaanse directeur inlichtingen. Zij gaven overigens toe dat er in het zuiden regio’s zijn waar de Taliban vrijwel ongehinderd opereren. De televisiezender NBC News toonde woensdag een reportage uit dit gebied, waarin te zien was hoe de Taliban „corrupte” bestuurders berechten, onthoofden en vervolgens als afschrikwekkend voorbeeld aan palen ophangen.
President Bush reageerde niet op vragen van Afghaanse journalisten over dit toenemende geweld. Hij zei alleen dat Osama bin Laden gepakt zal worden. „Het is niet de vraag óf bin Laden en (Talibanleider, red.) Muhammed Omar berecht zullen worden, maar alleen wannéér dat gebeurt”, aldus Bush.
Overigens publiceerde het ministerie van Buitenlandse Zaken in Washington woensdag een zorgelijk rapport over Afghanistans florerende drugsproductie. Deze is goed voor een derde van ’s lands economie en „hindert” volgens het rapport de democratische ontwikkelingen in Afghanistan, doordat regionale ”warlords” de opbrengst van deze handel voor eigen doeleinden gebruiken.