Zo af en toe bevindt zich onder al die principe- en karakterloze draaihalzen een uitzondering. Dat gold onlangs de Tsjechische president Vaclav Klaus. In navolging van de vroegere Belgische koning Boudewijn -die in 1990 hetzelfde deed met de abortuswet- weigerde Klaus vorige maand de wet op het homohuwelijk te ondertekenen.De liberale president beschouwde de wet als een „tragische fout”, zo liet hij eerder tegenover een verslaggever van de Tsjechische krant Mlada Fronta Dnes weten. Het document is volgens hem „een poging de vernietiging van traditionele instituties, waarop de Tsjechische samenleving is gebaseerd, te legaliseren.”

Volgens Klaus gaat het bij het geregistreerd partnerschap voor mensen van hetzelfde geslacht en het huwelijk niet om de liberalisering van seksueel gedrag. Veelmeer zou worden geprobeerd „bepaalde privileges en voordelen” te verkrijgen waarvoor geen maatschappelijke basis bestaat. Het huwelijk wordt immers niet vanwege de heteroseksualiteit door de staat erkend, maar om de vorming van het gezin en de zorg voor de kinderen, aldus Klaus.

Nog duidelijker drukte een woordvoerder van Klaus, Ladislav Jakl, zich uit. Volgens hem was de nieuwe wet een poging het „homoseksualisme” als een „soort staatsreligie” in te voeren.

Voorwaar een verademing om zulke geluiden te vernemen uit de mond van een staatshoofd en zijn woordvoerders - en dat nog wel van liberalen huize! Het ware te wensen dat onze Nederlandse liberalen hun oor nog eens te luisteren zouden leggen in Tsjechië. Blijkbaar zijn homohuwelijk en liberalisme nog steeds niet synoniem!

Dat Klaus zich door electorale motieven liet leiden -de Tsjechen gaan op 2 en 3 juni naar de stembus om een nieuw parlement te kiezen- zoals premier Jiri Paroubek de president verweet, ligt niet erg voor de hand. Van de Tsjechische bevolking staat immers 62 procent achter het homohuwelijk. Op veel extra stemmen hoeft Klaus’ Burgerplatform (ODS) dan ook niet te rekenen.

Bovendien hebben veel ODS-parlementariërs wel voor de wet gestemd, waardoor er onenigheid binnen de ODS is ontstaan over Klaus’ beslissing. En een verdeelde partij doet het in de aanloop naar de verkiezingen ook niet bepaald goed.

Dat Klaus desondanks heeft vastgehouden aan zijn overtuiging verdient daarom respect. Hoe schril steekt hij op dit moment af bij onze Nederlandse politici in verkiezingstijd. Premier Balkenende bijvoorbeeld. Nee, we noemen nu maar even niet dat de gereformeerde Balkenende inzake het homohuwelijk een ander standpunt inneemt dan de liberale Klaus. Dat is oude koeien uit de sloot halen.

Maar hoe aandoenlijk was het om te zien hoe afgelopen weekend ’s lands minister-president zich stortte in een menigte hossende carnavalsvierders in het zuiden des lands. Zaterdagmorgen was hij te gast bij de ”Boetegewoeene boetezitting”, zoals de officieuze opening van het carnaval in Limburg heet. En ’s middags woonde hij in Kruikenstad -in niet-carnavalstijd Tilburg geheten- de intocht bij van ”Hoogheid Prins Mark d’n Irste”, van wie hij een heuse, speciaal op zijn oogsterkte gemaakte, carnavalsbril kreeg.

Voor Radio 1 zei hij dat hij het bijwonen van de festiviteiten „ontzettend leuk” vindt. De premier benadrukte dat hij was gekomen om „feest te vieren” en niet om campagne te voeren voor de gemeenteraadsverkiezingen van 7 maart.

Soms verdient een liberaal in Tsjechië net even iets meer respect dan een gereformeerde in Nederland.

Dick Tromp