Opening
Het woord dat David hier gebruikt, klinkt als wil hij zeggen: Neem het deksel van mijn ogen af, zodat ik de oorzaak van mijn blindheid niet leg op het Woord. Hier geeft hij de schuld aan zichzelf, want zolang dat deksel niet weggenomen is, kan geen lezen, horen of onderwijzen de mens de wet Gods doen verstaan. Dit is het, zegt de apostel, wat de Joden verhindert: het deksel dat hun hart bedekt. Daarom kunnen zij in het lezen van het Nieuwe Testament de Christus niet zien.De leer van Christus is de verborgenheid der godzaligheid. De leer van de antichrist is de verborgenheid der ongerechtigheid. Wie kan dat leren dan alleen degene van wie God het deksel dat het verstand bedekt wegneemt? Wie kan het doen? Voorwaar noch engel, noch macht, noch heerschappij. Het is Gods werk alleen. Hij geeft de blinde het gezicht. Hij opende de ogen van de discipelen en die van de apostel Paulus.
Opening van de ogen en bekering van het hart. Zolang de mens blijft onder de dienstbaarheid van de zonde, kan hij geen ogen hebben om Gods Woord te zien. De wonderheden van Gods wet zijn vele en groot. De wonderheden van Zijn Woord zijn nog groter. Indien wij vruchtbare scholieren zijn in het leren van deze verborgenheden, laat ons dan dagelijks bidden om de opening van onze ogen en om genade voor ons hart.
William Cowper, predikant te Perth (Al de theologische werken, 1650)