De huidige Pensioen- en spaarfondsenwet wordt per 1 januari 2007 vervangen door de nieuwe Pensioenwet. De Tweede Kamer behandelt het huidige wetsvoorstel naar verwachting nog voor het zomerreces.De oude wet dateert uit 1954 en was volgens Opdam, partner van de sectie pensioenrecht van Ernst & Young, aan vervanging toe. Pijlers onder de nieuwe wetgeving zijn transparantie, toezicht en toegang. Naast De Nederlandsche Bank (DNB) wordt ook de Autoriteit Financiële Markten (AFM) toezichthouder op de pensioenregelingen van fondsen en verzekeraars.

De werkgever is in de toekomst verplicht de werknemer die aan de regeling gaat deelnemen binnen een maand een aanbod van een pensioenovereenkomst te doen. Vervolgens krijgt de betrokkene binnen drie maanden een zogenaamde startbrief met daarin ook een pensioenreglement. Enigszins ingewikkeld is dat de werkgever er mede verantwoordelijk voor is dat dit document „in heldere bewoordingen dient te zijn opgesteld. Min of meer in jip-en-janneketaal”, aldus Opdam.

Behalve voor een forse uitbreiding van het aantal bepalingen zorgt het wetsvoorstel onder andere voor een toename van de informatieverplichtingen voor ondernemers en pensioenuitvoerders. De laatste groep moet helder uiteenzetten om wat voor soort pensioenregeling het gaat, indicaties geven van bedragen die op de pensioengerechtigde leeftijd tegemoet kunnen worden gezien en ook aangeven welk deel van de premies waarvoor wordt gebruikt. Daarmee heeft ook een splitsing plaats van de kosten voor pensioen, nabestaandenuitkeringen, arbeidsongeschiktheid en uiteindelijk ook welk bedrag er gemoeid is met de uitvoerings- en administratieve kosten bij de fondsen en verzekeraars zelf.

Verder is er sprake van veel nieuwe contractuele documenten en een beperking van de invloed van werkgevers om het beleid van hun pensioenfonds te sturen. Ook moet de omvang van het eigen vermogen van pensioenfondsen aan meer eisen voldoen, het zogenaamde financieel toetsingskader pensioenfondsen (ftk). Er komt een hernieuwd toezichtsmodel en gepensioneerden krijgen meer inspraak bij de wijziging van pensioenregelingen. Nieuw is verder dat werknemers al vanaf 21 jaar pensioen kunnen opbouwen.

Pensioendeskundige Opdam meent dat er in z’n algemeenheid in de nieuwe wet veel meer verantwoordelijkheden richting de werkgevers worden geschoven. „Het is de vraag of iedereen dit aankan. Nu verloopt veel meer werk via de uitvoerders.”

Hoewel de nieuwe wet naar het zich laat aanzien op 1 januari ingaat, worden bepaalde onderdelen doorgeschoven naar 1 januari van het jaar daarop. Zo behoeven de pensioenfondsen hun bestaande klanten pas uiterlijk eind 2007 van de nodige informatie te voorzien.