Dat heeft Rasim Ljajic, het hoofd van de Servische commissie die zorg moet dragen voor een vruchtbare samenwerking met het Joegoslaviëtribunaal van de Verenigde Naties, donderdag gezegd. De Servische minister van Buitenlandse Zaken, Vuk Draskovic, zei dat zijn land tot het eind van de maand de tijd heeft gekregen om Mladic uit te leveren, op straffe van sancties.Eurocommissaris van Uitbreiding Olli Rehn zei eerder op de dag dat de Europese Unie de toetredingsonderhandelingen met Servië zal opschorten als het land niet zijn volledige medewerking verleent aan het Joegoslaviëtribunaal. Die medewerking moet volgens Rehn leiden tot de arrestatie van de voortvluchtige Mladic, die door het tribunaal is aangeklaagd wegens onder meer oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid en die zich naar wordt aangenomen schuilhoudt in Servië.

Rehn rapporteert maandag aan de EU-ministers van Buitenlandse Zaken, die de onderhandelingen kunnen opschorten, over de Servische houding ten opzichte van het tribunaal. Daarin is wel enige verbetering gekomen, maar de medewerking laat nog steeds veel te wensen over, aldus Rehn. De Servische vicepremier Miroljub Labis zei te betwijfelen of Mladic binnenkort kan worden opgepakt. „Als we hem binnen drie dagen hadden kunnen arresteren, dan hadden we dat gisteren al gedaan”, zei hij.

Dinsdag meldden bronnen binnen het Servische inlichtingenapparaat dat Mladic was opgespoord en dat over zijn uitlevering werd onderhandeld, maar die berichten werden tegengesproken door de Servische regering.

De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Bot, zei donderdag in het parlement te hebben gehoord dat Mladic ziek is en overweegt zich over te geven. Volgens Bot, die in het parlement verslag deed van een bezoek dat hij maandag aan Belgrado bracht, bespreekt Mladic zijn eventuele overgave met zijn naaste omgeving. Bot zei ook te hebben begrepen dat de Servische regering niet weet waar Mladic zich ophoudt. De Servische regeringswoordvoerder Srdjan Djuric zei dat Bots uitlatingen slechts waren bedoeld om de druk op Servië verder op te voeren.