Dat schrijven twee deskundigen, A. Gielen en J. van Ours, in het economenvakblad ESB van deze week.Als ontslag om bedrijfseconomische redenen plaatsvindt wordt tot dusver het dienstjarenbeginsel –wie het laatste gekomen is, moet als eerste weg– toegepast. Dit heeft als gevolg dat het vaak de jongste werknemers zijn die gedwongen moeten vertrekken.

Per 1 maart wordt het dienstjarenbeginsel vervangen door het afspiegelingsbeginsel. Verschillende soorten werknemers worden dan ingedeeld in leeftijdsgroepen van tien jaar en de ontslagen worden evenredig verdeeld over die leeftijdsgroepen.

Volgens de twee deskundigen zal dit tot gevolg hebben dat er inderdaad meer jongeren worden ontslagen, maar in een aantrekkende economie hebben zij alle kans om weer snel aan het werk te komen. Voor ouderen geldt dat niet.

De deskundigen onderbouwen dit met berekeningen en komen tot de conclusie: „Per saldo is het dan ook de vraag of de voordelen van gelijkmatiger ontslagverdeling opwegen tegen de neveneffecten zoals een verhoogde inactiviteit onder oudere werknemers. Wij betwijfelen of het inruilen van het dienstjarenbeginsel voor het afspiegelingsbeginsel wel verstandig is. De nieuwe ontslagregelgeving staat haaks op het kabinetsbeleid om ouderen langer aan de slag te houden.”