Nijmegen herdenkt vergissingsbombardement
NIJMEGEN - Ze stond een paar meter van de plaats waar in 1944 een bom 24 schoolkinderen en 8 onderwijzers doodde. Zelf bracht ze het er zonder kleerscheuren van af. Mevrouw H. Teunissen-Kersten (67) zag hoe een Amerikaans vergissingsbombardement het hart van Nijmegen in puin legde. Woensdag was ze bij de herdenking.
Niet eerder herdacht Nijmegen het bombardement op de stad, dat plaatshad op 22 februari 1944, in de aanwezigheid van Amerikaanse vertegenwoordigers. „Het is wel laat, maar toch doet het goed dat de Amerikanen hier zijn”, aldus Teunissen.Het waren geallieerde vliegers die zich vergisten. Daardoor kwamen er bommen op Nijmegen, Enschede en Deventer in plaats van op diverse Duitse steden. Woensdag waren er woorden van meeleven voor de nabestaanden, gesproken door de Gary Keith van de Amerikaanse ambassade. „Er zijn geen woorden die deze tragedie kunnen uitdrukken.”
Ondanks het kille weer kwamen er woensdag honderden mensen af op de herdenking. Voor het merendeel familie van slachtoffers. Vorig jaar stelden historici nog eens vast dat het bombardement echt een vergissing was. Voor het Nijmeegse college van B en W was dat reden om Amerikaanse vertegenwoordigers uit te nodigen.
Op 22 februari 1944 verschenen rond halftwee ’s middags tientallen Amerikaanse B-17-bommenwerpers boven de stad. Piloten meenden een Duitse stad onder zich te zien liggen. Bijna 800 Nijmegenaren vonden de dood bij het daaropvolgende bombardement.
„Van echte boosheid richting de Amerikanen is nooit sprake geweest”, aldus burgemeester Guusje ter Horst. „Nijmegenaren redeneerden: Het is oorlog, dit kan gebeuren. Na het bombardement werd voortvarend de opbouw van de stad ter hand genomen.”
Bij Hennie Teunissen, destijds een kleuter van vijf jaar, staat het bombardement in het geheugen gegrift. „Ik zag de vliegtuigen aankomen en bleef kijken. Het waren net zilveren vogels, ze schitterden in het zonlicht. Ook de bommen glinsterden prachtig. Toen ze ontploften hoorde ik een oorverdovend lawaai. We moesten snel de schuilkelder in. Later bleek dat er veel doden waren gevallen. Als kind besefte je dat amper.”
Mary van Loon-Poos (74) verloor haar zus bij het bombardement. „Ze was een van de 24 omgekomen kinderen. Ze was al zes, maar zat nog op de kleuterschool.” Zelf overleefde de twaalfjarige het doordat ze op weg naar school gealarmeerd werd door het luchtalarm. Haar andere zus werd ook gespaard: ze was die dag ziek thuisgebleven.
Mary Poos, zoals ze toen heette, raakte gewond door een bomscherf. „Bij de eerstehulppost stuurden ze me weer weg. Ik was geen ernstig geval, zeiden ze.”
Erger was de onzekerheid over het lot van haar zus Elly. „Pas na twee weken wisten mijn ouders zeker dat hun kind was omgekomen.”
De herdenking woensdag vond plaats achter het Nijmeegse stadhuis, in het hart van de stad. Daar stond in de oorlogsjaren de ”Kleuterschool van de zusters van de sociëteit van J. M. J.”, zoals een plaquette bij het monument vermeldt. De gedenkplaats bestaat uit een bruingeroeste schommel, die aangeeft waar de speelplaats van de school was. Twee bomen uit de oorlogsjaren zijn blijven staan.
De omgeving is onherkenbaar veranderd. Alleen in de hal van het naastgelegen stadhuis herinnert een muur met daarop bijna 800 namen aan de tragedie.