Onlangs presenteerde Europees visserijcommissaris Fischler voorstellen voor het visserijbeleid voor de komende tien jaar. Om overbevissing tegen te gaan, wil Fischler de Europese vissersvloot drastisch saneren.

In de Nederlandse visserij is grote kritiek op de plannen. Loonen vindt de aanpak van Fischler eenzijdig. Volgens de voorzitter van het productschap kunnen de visbestanden alleen goed worden beheerd als de vissers daar zelf actief bij worden betrokken. Hij verwees daarbij naar de situatie in Nederland.

Pas nadat de vissers in 1993 via de zogenaamde Biesheuvelgroepen meer verantwoordelijkheid kregen voor de uitvoering van het beleid, werden de vangstquota nageleefd. Gezien de goede ervaringen in Nederland pleit Loonen ervoor dat Fischler in zijn plannen de vissers uit de verschillende Noordzeelanden bij het visstandbeheer gaat betrekken.

De europarlementariërs Maat (CDA) en Vermeer (VVD) onderschreven zaterdag in hun toespraken het belang van het Biesheuvel-systeem. Dit is volgens hen het succesvolste in de Europese Unie voor een goed beheer van de visbestanden.

Een aanpassing van het beleid is volgens de twee leden van het Europees Parlement hard nodig. Ze wezen erop dat de huidige crisis in de visserij een weerslag is van een sluimerende politieke en strategische crisis in de Europese Unie.

„Het gemeenschappelijk belang wordt steeds meer de optelsom van nationale belangen. De lidstaten willen zo veel mogelijk uit de ruif van Brussel krijgen. Dat is ook te zien bij het visserijbeleid. Zo is de jaarlijkse vaststelling van de vangstquota een politieke koehandel tussen lidstaten in plaats van een weloverwogen keuze op basis van de visbestanden. Deze gênante cultuur van handjeklap is de werkelijke oorzaak van de problemen. En zo dreigt de zee niet van iedereen, maar van niemand te worden”, aldus Maat.

Volgens voorzitter Loonen van het Productschap Vis moet de Europese Commissie er ook voor zorgen dat de vele regels, normen, controles en subsidiemogelijkheden binnen het Europese visserijbeleid op een gelijke wijze en in alle lidstaten worden doorgevoerd. „Dat is nu helaas -na twintig jaar Europees visserijbeleid- nog steeds niet zo. Als bijvoorbeeld de subsidie op nieuwbouw en modernisering van schepen wordt afgeschaft zoals de Europese Commissie voorstelt, dan kunnen wij daar goed mee leven, maar dan ook wel in de gehele Europese Unie.”

Ook de controle op de visserij en bij aanlanding dient in alle lidstaten in gelijke mate te worden uitgevoerd, inclusief het opleggen van boetes. „Het is een heel slechte zaak dat er nog steeds ernstige twijfels zijn of in sommige lidstaten de vissers zich aan de quota houden. Het principe van gelijke monniken, gelijke kappen dient het uitgangspunt te zijn”, aldus Loonen.

Volgens voorzitter Loonen moet de Nederlandse overheid zich in de onderhandelingen over het nieuwe visserijbeleid veel harder opstellen. „Ons land moet zich in Brussel vaker profileren. Het is niet erg -en ook niet anti-Europees- om voor je eigen land op te komen. Alle landen doen dit.”