Provincies: Slechts 7 gemeenten over schreef
DEN HAAG (ANP) – Slechts zeven gemeenten hanteren te hoge ozb–tarieven en niet 62, zoals de ministers Zalm (Financiën) en Remkes (Binnenlandse Zaken) hebben gemeld. Dat zegt het Interprovinciaal Overleg (IPO). De provincies zijn belast met het financieel toezicht op de gemeenten.
Volgens het IPO staan de overige gemeenten ten onrechte op de lijst of zijn ze erop gekomen door een „uiterst verwaarloosbare tariefstijging boven de norm". Een woordvoerder van de IPO schrijft dat laatste toe aan een afronding in de berekening van de aanslag.De zeven gemeenten die over de schreef gingen, zijn volgens het IPO: Aa en Hunze (Drenthe), Cranendonck (Noord–Brabant), Skarsterlân, Tytsjerksteradiel, Vlieland (alle Friesland), Vlist en Wassenaar (beide Zuid–Holland).
Het IPO heeft in een brief aan Zalm zijn verbazing geuit en vindt dat die „juist met de gemeenteraadsverkiezingen in het verschiet zorgvuldiger had moeten zijn".
De Friese gedeputeerde Ploeg, tevens bestuurslid Financiën van het IPO, vindt dat Zalm de „code interbestuurlijke verhoudingen" geschonden heeft door als een „donderslag bij heldere hemel" met zijn uitlatingen te komen en daarbij ook nog eens „de plank volkomen mis te slaan".
Bovendien wijst hij op een ongerijmdheid in de wetgeving. De gemeenten hadden voor 15 november vorig jaar een ontheffing moeten aanvragen voor te hoge ozb–tarieven, maar de wet werd pas op 22 december van kracht. De termijn om aanpassingen van de ozb aan te vragen was toen al voorbij. Het IPO wil niet dat gemeenten daar de dupe van worden.
Volgens het IPO zijn de financieel kleine problemen eenvoudig op te lossen: Het Rijk kan de „beperkte overschrijdingen van slechts een luttel aantal gemeenten accepteren" of de gemeenten alsnog tot 15 maart de mogelijkheid te bieden een beroep te doen op de ontheffing.