„Koningin moet vergeving vragen voor koloniaal leed”
De regering moet koningin Beatrix naar Suriname en de Nederlandse Antillen sturen om daar namens Nederland vergeving te vragen voor het leed dat deze landen is aangedaan. Dit stelt het Nationaal 30 juni/1 juli Comité in Het 30 Juni Manifest.
Het comité presenteerde het manifest zondag bij de herdenking van het slavernijverleden op het Surinameplein in Amsterdam. Het comité zal het manifest maandag aanbieden aan informateur Donner.
Koningin Beatrix is maandag aanwezig bij de onthulling van het Slavernijmonument in het Oosterpark in Amsterdam. Volgens het Nationaal 30 juni/1 juli Comité stelt dit gebaar weinig voor. „Na deze dag gaat zij gewoon weer over tot de orde van de dag; familie van me als illegale vreemdelingen bestempelen en behandelen, omdat zij nog niet met ons gekomen is tot besef over veel verborgen leed”, zegt W. Kout van het comité.
Voor de Surinamers en Antillianen verenigd in het Nationaal 30 juni/1 juli Comité is een monument niet genoeg. Zij willen erkenning van hun problemen en vooral de rol van Nederland daarin. Het manifest stelt bijvoorbeeld dat „de ingeplante verdeel- en heerspolitiek van Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen hebben opgescheept met problemen welke zij niet op eigen kracht kunnen oplossen.”
Nederland heeft Suriname en de Antillen niet alleen in de periode van de slavernij, maar ook daarna misbruikt en uitgebuit. Door het opleggen van de Nederlandse cultuur zijn de landen afhankelijk geworden van de Nederland, aldus het comité.
De Nederlandse regering zou met een alles omvattend voorstel moeten komen om Suriname en de Nederlanse Antillen in sociaal, economisch, cultureel en religieus opzicht te ontwikkelen tot een welvarende natie. Ook zou de rol van Nederland ten opzichte van Suriname en de Antillen de afgelopen 300 jaar beter aan de orde moeten komen in de geschiedenislessen.
Tot slot wil het comité dat Nederland 30 juni erkent als Nationale dag van Bezinning/Besef. De dag waarop het comité al jaarlijks stilstaat bij de onderdrukking van Surinamers en Antillianen. Op deze dag zouden in heel Nederland de vlaggen halfstok moeten hangen en om 20.00 uur een minuut stilte in acht worden genomen.