Buitenland

„Guantanamo bewijst quasi-oorlogsrecht van Amerika”

NEW YORK - De Amerikanen beloofden vier jaar geleden de gevangenen in Guantanamo Bay te behandelen „in de geest van” de Geneefse Conventies. En hoewel steeds slechts weinigen dat echt geloofden, rekende een VN-rapport er vorige week definitief mee af.

20 February 2006 10:55Gewijzigd op 14 November 2020 03:29
GUANTANAMO BAY – Gestoken in oranje overalls wassen illegale strijders in het Amerikaanse gevangenkamp Guantanamo Bay zich, voorafgaande aan het middaggebed. Het overgrote deel van de in Afghanistan gevangen genomen al Qaida en Talibanstrijders wordt al
GUANTANAMO BAY – Gestoken in oranje overalls wassen illegale strijders in het Amerikaanse gevangenkamp Guantanamo Bay zich, voorafgaande aan het middaggebed. Het overgrote deel van de in Afghanistan gevangen genomen al Qaida en Talibanstrijders wordt al

Het gevangenkamp op het Amerikaanse gedeelte van Cuba werd opgezet na de inval in Afghanistan eind 2001. Potentiële tegenstanders op het slagveld van het terrorisme werden hier vastgezet. Enerzijds om te voorkomen dat ze nog langer tegen Amerikanen zouden vechten. Anderzijds als bron van informatie.Zelfs onder de trouwste bondgenoten broeide vier jaar lang de verontwaardiging. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken bijvoorbeeld stelde in de stille diplomatie jarenlang de vraag naar de juridische status van deze mensen. De laatste maanden uitten regeringen zich steeds openlijker voor sluiting van het kamp.

Ter verdediging voerden de Amerikanen de afgelopen jaren aan dat deze terreurverdachten niet onder het normale oorlogsrecht vallen (dat alleen een onderscheid maakt tussen burgers en militairen), maar een specifieke categorie van „onwettige strijders” vormen. Daarom zou een „humane” behandeling „in de geest van” het oorlogsrecht voldoende zijn.

Maar volgens de vijf mensenrechtenexperts die deze week hun rapport lieten verschijnen, komt de behandeling van de 500 terreurverdachten neer op marteling. Vrijwel alle rechten die gewone en krijgsgevangenen toekomen, moeten zij ontberen. Het is een lange lijst van beschuldigingen geworden.

Allereerst worden de meeste gevangenen jarenlang vastgehouden zonder aanklacht en een gerechtelijke procedure. Dit loopt uit op een „onmenselijke” onzekerheid over de duur van de gevangenschap. Verder zijn de ondervragingstechnieken zorgelijk en als er meerdere tegelijk worden toegepast zijn ze in strijd met het verdrag tegen foltering. Ook is er reden aan te nemen dat het recht op de vrije beoefening van het geloof -onder de gevangenen meestal de islam- wordt belemmerd. Tevens zou de zorg voor de gezondheid van de gevangenen te wensen overlaten. En ten slotte ontbreekt het aan een onpartijdig onderzoek naar beschuldigingen van marteling en mishandeling.

De conclusie van de vijf VN-rapporteurs ligt dan ook voor de hand: „De regering van de Verenigde Staten moet de Guantanamogevangenis zonder verder uitstel sluiten.” Verder behoort de Amerikaanse regering alle slachtoffers van marteling of gruwelijke behandeling een schadevergoeding te geven.

Vaak laat de Amerikaanse regering kritiek langs zich heen gaan, zoals de gebruikelijke afgunst jegens een grootmacht. Maar vorige week bleek Washington toch wel onaangenaam getroffen. In het rapport is de reactie opgenomen van VS-ambassadeur Kevin Edward Moley, die illustreert dat het hier gaat om een aanval op het hart van Amerika. „De Verenigde Staten vormen een land van wetten met een open systeem van een grondwettelijke regering op basis van teugels en tegenwichten, en een onafhankelijke pers en rechterlijke macht.” Verder bracht het Pentagon eind vorige week zijn juridisch specialist in de media, wat als uitzonderlijk moet worden beschouwd.

Het verhaal van de VN-deskundigen werd echter niet alleen tegengesproken. Een interview in de Franse krant Le Figaro met de Fransman Mourad Benchellali, die twee jaar in het kamp zat, bevestigde het beeld volkomen. De 24-jarige moslim reisde in 2001 naar Afghanistan. Daar hield hij zich op onder verdachte mensen en kwam zelfs eens oog in oog met Osama bin Laden.

Hoewel hij naar eigen zeggen niets met terrorisme te maken had, belandde hij in januari 2002 toch in Guantanamo Bay. Daar had hij voortdurend te lijden onder geweld en mishandeling, zegt hij. „Soms lieten ze ons geboeid in een stoel achter of ze draaiden de airconditioning naar beneden. De vernederingen waren ontelbaar, vooral die van seksuele aard. De Amerikanen lieten prostituees komen in het kamp”, aldus de jonge moslim, die nu in Frankrijk zijn vonnis afwacht.

Dilemma
Het gevangenkamp op Guantanamo Bay ligt al vanaf het begin onder vuur, maar dit is het eerste rapport van de Verenigde Naties. En dat maakt wel verschil, meent Th. A. van Baarda, docent oorlogsrecht en -ethiek aan het Instituut Defensie Leergangen (IDL). „Rapporten van organisaties als Human Rights Watch hebben niet hetzelfde gewicht als die van de VN.”

Van Baarda wil niet twisten over de geest van de Geneefse Conventies. „Die kun je net zo definiëren als je wilt. Evenals de vraag wat een „humane behandeling” is, die de gevangenen volgens president Bush krijgen.”

Volgens Van Baarda is er echter helemaal geen reden tot deze discussie. „De Geneefse Conventies stellen keihard dat niemand buiten het recht valt. Je bent of burger of militair. En als men twijfelt over de juiste categorie, moet een onafhankelijke rechter dat beoordelen. De Amerikanen willen met hun „onwettige strijders” in deze tijd van terrorisme een nieuwe categorie scheppen, maar dat is quasi-oorlogsrecht. Heel linke soep.”

De kwestie illustreert volgens Van Baarda een eeuwenoud dilemma in de krijgsgeschiedenis. „Enerzijds is er de militaire noodzaak de vijand zo snel mogelijk te verslaan en vijandelijke strijders daarom voor de duur van de strijd krijgsgevangen te houden. Anderzijds is er de humanitaire plicht mensen rechten toe te kennen. Guantanamo is dus een variatie op een heel oud thema. Je hoort Bush en Rumsfeld steeds eenzijdig wijzen op de militaire noodzaak. Maar de jurist en de ethicus zeggen dan: In de Conventies is die afweging al gemaakt. En ook de Verenigde Staten hebben deze ondertekend.”

Volgens Van Baarda moet de discussie over de rechtmatigheid van het gevangenkamp „primair in het Amerikaanse Congres” worden gevoerd. „Het Congres is wel tot op het bot verdeeld. Eind vorig jaar heeft senator McCain al een frontale botsing over marteling gehad met vicepresident Cheney. Maar daarnaast is het natuurlijk wenselijk dat ook de Europese Unie zich hierover uitlaat. Het Europees Parlement zit in elk geval heel dicht op de kwestie van de geheime CIA-vluchten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer