Dat zei Remkes vrijdagavond in Weert. Hij sprak daar een delegatie toe van het Beneluxparlement.Namens zijn Belgische collega Dewael zei diens kabinetschef dat de politie aan beide kanten van de grens bevoegdheden moet krijgen om op elkaars grondgebied operationeel bezig te zijn. Hij verwacht dat het protocol voor het optreden van gezamenlijke grenspatrouilles nog dit voorjaar zal zijn getekend.

Op 1 januari trad het Beneluxpolitieverdrag in werking. Daarmee is de juridische basis voor de samenwerking tussen Nederland en België gelegd.

In de praktijk blijken er echter nog grote verschillen te bestaan door sterk afwijkende regelgeving, een andere politieopleiding en door andere prioriteitsstellingen. Meer sprekers drongen erop aan dat politiemensen uit beide landen meer samen opgeleid worden.

Burgemeester J. Niederer van Weert wees erop dat de samenwerking op het gebied van rampenbestrijding met Duitsland veel beter is geregeld dan met België. Het is volgens hem vreemd dat bij overstroming van de Maas en het Julianakanaal van twee kanten hulp wordt verleend zonder dat men precies weet wat de ander doet.

Niederer pleitte voor goede afspraken zodat beide landen elkaar informeren over organisatiestructuren en werkwijzen van de hulpverleningsdiensten. Ook moeten rampenplannen op elkaar afgestemd worden en dienen de korpsen elkaar te informeren over risico’s. Samen periodiek oefenen, elkaar alarmeren en bijstand verlenen is volgens Niederer ook onontbeerlijk.

Hij liet weten dat hij de burgemeesters van westelijk Midden-Limburg en die van een aantal aangrenzende Belgische gemeenten zal uitnodigen om samen afspraken te maken over grensoverschrijdende rampenbestrijding.

Maandag vergaderen Belgische en Nederlandse autoriteiten in Vaals over een betere gezamenlijke aanpak van de drugsbestrijding.