Een bont gezelschap discussieert deze middag voor het eerst mét elkaar over het effect van videoclips. Naast de organisatoren, zijn ook vertegenwoordigers van de muziekzenders MTV, BNN, TMF en The Box van de partij. Daarnaast mogen onder andere PvdA’er Dijsselbloem en D66-Kamerlid Bakker hun zegje doen.Tijdens de discussie krijgt EO-directeur Andries Knevel als eerste de gelegenheid zijn gal te spuwen over de populaire muziekzenders. „MTV is een invloedrijke en verderfelijke omroep. Als jongeren van 10 jaar thuis komen, zetten ze direct die zender aan. En de beelden die MTV toont, branden op hun netvlies.”

BNN-presentatrice Sophie Hilbrand hoort Knevel met gekromde tenen aan. „Ik heb net wat beelden laten zien van ons programma ”Spuiten en Slikken”. Wat doet dat met u, meneer Knevel?”

„Ik heb ook m’n hormonen”, bekent hij. Maar: „Jullie geven een bepaald beeld van seksualiteit en dat vind ik zo erg voor bijvoorbeeld meisjes van tussen de 10 en 15 jaar die naar jullie zender kijken. Wat die kinderen op tv zien, doen ze na. Dát is schadelijk.”

Groepsverkrachtingen
MTV-directielid Jochem de Jong wil ook geen kwaad horen van zijn programma’s. „We nemen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid zeer serieus. Zo’n 80 procent van de clips die wij aangeboden krijgen, haalt het televisiescherm niet. Als ik dan hoor dat onze programma’s aanzetten tot groepsverkrachtingen, denk ik: dat is dezelfde discussie als dat de Beatles het verwijt kregen dat zij mensen aanzetten tot anarchie.”

ChristenUnie-Kamerlid Slob is het oneens met die redenering. „Jullie moeten je verantwoordelijkheid durven nemen. Zeg gerust: Bepaalde clips zenden wij voortaan pas na elf uur ’s avonds uit.”

De Jong haalt zijn schouders op. „We houden ons aan de Kijkwijzer. Onze clips zijn niet schadelijk.”

D66’er Bakker wil dan ook niet van een verbod op programma’s van MTV weten. „We moeten jongeren weerbaarder maken.”

Zijn PvdA-collega Dijsselbloem denkt daar een tikkeltje anders over. „Als partijwoordvoerder over integratie ben ik in dit onderwerp verzeild geraakt. En dan zie ik hoe Antilliaanse jongeren op straat opgroeien en zich spiegelen aan wat ze zien op MTV. Daarom ben ik het helemaal met Knevel eens dat we ze een tegenwicht móéten bieden.”

Bepaalde clips zijn zo ranzig dat kwetsbare jongeren daar niet mee om kunnen gaan, stelt Dijsselbloem. „Daarom pleit ik voor opvoedingsondersteuning, mediaopvoeding op school en seksuele voorlichting op jonge leeftijd. Kinderen van 8 jaar komen tegenwoordig al in aanraking met seksualiteit.”

Justine Pardoen van Ouders Online reageert heftig: „Acht? Vier zult u bedoelen.”

Tijd voor actie
De Amsterdamse veldwerker F. van Strijen van Youth for Christ vindt het tijd dat de politiek actie onderneemt. „De straatcultuur is exact dezelfde als de rap- en de MTV-cultuur. Dat uit zich in hoe jongeren zich kleden, denken en omgaan met seksualiteit.

Het raakt niet alleen de Antilliaanse probleemjeugd. Ook kinderen uit de blanke middenklasse voelen zich daardoor aangesproken. De groep kwetsbare groep jongeren wordt snel groter. Wie neemt nu daarvoor de verantwoordelijkheid?”

Het betoog van de veldwerker maakt indruk op het MTV-directielid. „Wellicht is het een idee dat wij maandelijks bijvoorbeeld op internet een clip van MTV gaan bespreken?”

De veldwerker van Youth for Christ is nog niet uitgepraat. „De seksuele revolutie heeft het taboe op seksualiteit doorbroken, maar we hebben nu een nieuw taboe. We durven geen kaders meer te stellen.”

D66’er Bakker is er snel bij om die taak niet bij de overheid neer te leggen. „Opvoeden is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van ouders. Daarnaast kunnen scholen meer aan media-educatie doen.”

De emoties lopen af en toe hoog op tijdens het debat. Dat is een oudere dame een doorn in het oog. „Ik ben lid van GroenLinks, maar een ruzie tussen het christelijke en het seculiere kamp is onzinnig. Onze jongeren hebben recht op bescherming. Dat is een taak van de overheid.”

Dat klinkt hoogleraar jeugd en media dr. Patti Valkenburg als muziek in de oren. „We zijn geen homogene maatschappij meer, maar een multiculturele samenleving. Dat vraagt een andere benadering van de overheid.”

Een NCRV-medewerker: „De kern van het probleem is of kinderen zijn opgewassen tegen invloeden van buitenaf. De geestelijke weerbaarheid van een kind is het hoogste goed.”