Onderzoek: Nederlanders krijgen minder kinderen dan ze zouden willen
BRUSSEL (AP) – Nederlanders krijgen minder kinderen dan ze zouden willen, onder meer omdat ze zich zorgen maken over de kosten. Dat blijkt uit een vrijdag gepubliceerd onderzoek naar voortplantingsgedrag in veertien landen in Europa. Meer dan de helft van de 34.000 ondervraagde Europeanen, zowel mannen als vrouwen, zeiden dat ze ten minste twee kinderen wilden, maar er minder hadden omdat ze zich zorgen maken over de toekomst en over de kosten van de opvoeding.
De onderzoekers adviseren dat in Nederland een gezinsvriendelijker houding wordt aangemoedigd, evenals in Cyprus, Polen, Finland, Estland, Litouwen en Hongarije, waar mensen in werkelijkheid ook minder kinderen krijgen dan ze zeggen te willen.Duitsers, Italianen, Oostenrijkers, Belgen en Tsjechen zijn gemiddeld terughoudender bij het beginnen van een gezin en willen juist minder dan twee kinderen. In Duitsland zei 15 procent van de vrouwen en 22 procent van de mannen helemaal geen kinderen te willen. Vrouwen willen over het algemeen meer kinderen dan mannen, behalve in Cyprus, Litouwen en Tsjechië, waar het net andersom is.
Het onderzoek werd tussen 2000 en 2003 gehouden door het Duitse Federale Instituut voor Bevolkingsonderzoek in samenwerking met demografische instituten in dertien andere landen. Stijgende echtscheidingscijfers en een toename van samenwonende stellen die ervoor kiezen niet te trouwen, hadden geen effect op het aantal kinderen dat vrouwen gemiddeld krijgen. Dat is de laatste tien jaar stabiel gebleven rond de 1,2 tot 1,4 kinderen per vrouw.
Vooral in Zuid– en Oost–Europa wordt kinderen krijgen binnen het huwelijk gezien als de beste keuze. Zo’n 80 procent van de Italianen, Litouwers en Polen zei dit te verkiezen. Samenwonen zonder kinderen te krijgen wordt ook steeds meer geaccepteerd. In Nederland, Duitsland en Tsjechië zei 26 tot 31 procent van de ondervraagden er achter te staan.
West–Europeanen denken dat gezinnen gebaat zouden zijn bij een combinatie van financiële steun en flexibele werktijden, maar Oost–Europeanen vinden dat ouders een full–time baan met de opvoeding van kinderen kunnen combineren. Slovenië kent het laagste geboortecijfer van Europa, gevolgd door Tsjechië en Polen.