De actie kwam langzaam op stoom en leek niet de recordopbrengsten voor de acties voor de tsunami (200 miljoen euro) en Kosovo (50 miljoen euro) te halen. Uiteindelijk is het opgehaalde bedrag na deze twee acties het hoogste ooit.In het bergachtige gebied van Pakistan en het Indiase deel van Kashmir vreesden hulpverleners na de aardbeving in oktober voor een tweede ramp. De relatief zachte winter zorgt er echter voor dat er meer tijd is om hulpgoederen te leveren.

Hierdoor zijn niet opnieuw grote aantallen slachtoffers gevallen, al blijft de situatie in de bergen zeer kwetsbaar door regen en sneeuwstormen, zo meldden Nederlandse hulpverleners die terugkomen uit getroffen gebied. Landverschuivingen die de wegen onbegaanbaar maken, zorgen regelmatig voor belemmering van de hulpverlening.

De SHO lieten weten dat de samenwerking tussen de particuliere organisates en de Pakistaanse overheid goed gaat en dat bijna iedereen onderdak heeft bij familie of tenten. Belangrijkste zorg voor de hulpverlenende organisaties zijn de slechte omstandigheden in de tentenkampen. Veel tenten bieden nog te weinig bescherming tegen de kou en zijn vaak brandgevaarlijk.

Door de slechte sanitaire omstandigheden ontstaan veel infectieziekten en er zijn te weinig lokale hulpverleners voor de hulp aan vrouwen en kinderen. Nog steeds komen mensen vanuit de bergen voor opvang in een kamp. De aangesloten SHO–organisaties moeten nog steeds medische zorg leveren en voedsel uitdelen.

De hulporganisaties houden er rekening mee dat duizenden getroffen mensen nog een tweede winter niet in hun dorpen wonen. Het kost veel tijd om de enorme schade aan infrastructuur te herstellen. Aan de duizenden getroffen families zijn daarom golfplaten en gereedschappen om tijdelijke huizen te reconstrueren. Deze bouwmaterialen kunnen na de winter worden gebruikt voor de bouw van permanente huizen. Kwetsbare mensen die zelf geen tijdelijke huizen kunnen bouwen krijgen betere tenten.

Bij de aardbevingsramp die Pakistan op 8 oktober 2005 trof, vielen ruim 80.000 doden. Meer dan 3 miljoen mensen verloren hun huis. De hulpverlening kwam snel op gang, maar werd bemoeilijkt door het moeilijk toegankelijke gebied. De noodhulp bestond uit het leveren van tenten, medicijnen, voedsel, dekens en drinkwater.