Dat besliste arrondissementsrechter Henry Kennedy in Washington donderdag naar aanleiding van een verzoek van Electronic Privacy Information Center, een organisatie die zich inzet voor de verdediging en de bescherming van privacy. De organisatie had de regering op grond van de wet op de openbaarheid van informatie om de desbetreffende documenten gevraagd, maar kreeg nul op het rekest. Washington krijgt van rechter Kennedy drie weken de tijd om aan het verzoek te voldoen.Volgens een wet van 1978 moet de overheid aan een speciale rechtbank toestemming vragen om binnen de VS te mogen afluisteren. President Bush gaf de National Security Agency (NSA) na de aanslagen van 11 september 2001 echter volmacht om in binnen- en buitenland zonder gerechtelijke goedkeuring af te luisteren. Volgens de regering heeft de president het recht hiertoe, ongeacht de verplichtingen van de wet van 1978. Tal van parlementariërs, onder wie veel Republikeinse partijgenoten van president Bush, zijn het hier niet mee eens.

De juridische commissie van de Senaat is inmiddels een onderzoek begonnen naar de afluisterpraktijken. De commissie inlichtingen van de Senaat voelt daar nog niets voor, maar de commissie inlichtingen van het Huis van Afgevaardigden besliste gisteren dat ze de zaak wel gaat onderzoeken. Wat precies zal worden onderzocht, blijft echter omstreden. De Republikein Heather Wilson wil een „volledig inzicht” in het omstreden programma, om te kunnen beslissen of eerdergenoemde wet aangepast moet worden of niet. Zijn Republikeinse collega Peter Hoekstra -voorzitter van de desbetreffende commissie- gaat dit te ver. Hij meent dat alleen een wetswijziging zelf onderwerp van het komende onderzoek kan zijn.