Bijbelcentrum Gaza vraagt bescherming
JERUZALEM - Het Palestijnse Bijbelgenootschap heeft zich tot de Palestijnse Autoriteit gewend om te voorkomen dat zijn Bijbelcentrum in de Gazastrook eind deze maand wordt opgeblazen.
Dat zegt waarnemend directeur Nashat Filmon van het Bijbelgenootschap in Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook.Onbekende gemaskerde en gewapende mannen verspreidden op 6 februari pamfletten in het centrum van Gazastad waarin zij dreigden het gebouw op te blazen als dit op 28 februari niet is gesloten. De christenen van het centrum worden er in de brief van beschuldigd kruisvaarders te zijn. Ze werden ook gesommeerd zich niet ergens anders te vestigen. Het geschrift werd niet ondertekend.
Op 6 februari werd al een bom tot ontploffing gebracht bij de ingang van het Bijbelgenootschap in Gaza. De schade die ontstond, schat Filmon op 4000 tot 5000 dollar.
Het Bijbelgenootschap heeft de Palestijnse veiligheidsdiensten en de burgerlijke autoriteiten over het dreigement ingelicht. Ook heeft het kerken en christelijke organisaties benaderd. „Deze kunnen druk uitoefenen op de Palestijnse Autoriteit om snel en efficiënter te handelen om deze mensen te vinden. Alle christenen in het gebied lopen een risico en niet slechts een bepaalde groep.”
Het centrum bestaat uit een boekhandel en een gemeenschapscentrum waar ”ongeacht achtergrond of religie” lessen Engels en computer worden gegeven. Het werd in mei 1999 met hulp van het Nederlands Bijbelgenootschap en Open Doors aan het Palestina Plein in Gazastad geopend.
Diverse organisaties hebben reeds hun steun betuigd en het Bijbelgenootschap aangemoedigd de werkzaamheden voort te zetten. „We denken er niet over om toe te geven aan het dreigement”, zegt Filmon.
Het centrum houdt zich niet alleen bezig met het verstrekken voor geestelijke dienstverlening aan degenen die daarom vragen, maar ook met sociale hulp aan de gemeenschap, zoals het uitdelen van voedsel.