Volgens de rechtbank zijn zij schuldig aan terrorisme en hulp bij de aanslagen in Madrid en Casablanca in 2004, waarbij gezamenlijk meer dan tweehonderd personen om het leven kwamen.Justitie had oorspronkelijk tien jaar geëist tegen de twee kopstukken Hakimi en El Haski. Andere verdachten kregen celstraffen tot zes jaar. Enkelen van de dertien verdachte GICM–leden, die voor een deel afkomstig zijn uit Belgisch–Limburg, werden vrijgesproken. Het proces was het eerste na de acceptatie van de Belgische terrorismewet, die de bewijslast voor het beramen van aanslagen sterk heeft vereenvoudigd.

Volgens de rechtbank staat het ook vast dat de veroordeelden een opleiding volgden in Afghanistan. De GICM–leden waren in de ogen van de rechters uit op de vestiging van een islamitische staat en bereid alle middelen daarvoor in te zetten, waaronder geweld.

Eén van de GICM–leden liep tegen de lamp, toen hij vlak over de grens op weg naar zijn werk in Weert door de politie werd aangehouden wegens een defecte koplamp van zijn auto. Andere betrokkenen kochten de gsm–toestellen of belkaarten die werden gebruikt voor de ontploffing van de bommen in Madrid en Casablanca.