„Optimistisch over traag herstel”
AMSTERDAM - Met pijn en moeite wist de Nederlandse economie er vorig jaar een krap procent aan groei uit te persen. Ondanks de traagheid van het herstel is econoom Roel Beetsma van de Universiteit van Amsterdam optimistisch. „De stijgende consumentenbestedingen zijn een goed teken.”
Over heel 2005 groeide de Nederlandse economie met een bescheiden 0,9 procent, zo maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dinsdag bekend. Toch is Beetsma „optimistisch.” De CBS-cijfers zijn volgens hem een bevestiging van de positieve berichten die het kabinet op Prinsjesdag naar buiten bracht. „We zien dat de arbeidsmarkt langzaam maar zeker weer opkrabbelt, en ook de meevallers die het kabinet onlangs meldde geven vertrouwen.”Vooral de economische prestaties in het vierde kwartaal stemmen Beetsma tevreden. Ten opzichte van dezelfde periode in 2004 bedroeg de groeistijging in de laatste drie maanden van vorig jaar 1,6 procent. Volgens het CBS was dit hoofdzakelijk te danken aan de gestegen consumptie van huishoudens. Met name de uitgaven aan duurzame consumptiegoederen (meubels, elektronica) stegen fors.
Beetsma: „Wil de Nederlandse economie duurzaam opkrabbelen, dan zijn de bestedingen van consumenten onmisbaar. Particuliere consumptie maakt in Nederland een belangrijk deel uit van het bruto binnenlands product.” De achterblijvende groei in Duitsland is hier een goed voorbeeld van, stelt de econoom. „Ondanks een enorme export stagneert de Duitse economie. Dat is puur te wijten aan achterblijvende particuliere consumptie.”
Hoewel volgens Beetsma de seinen voor verdere groei van de economie op groen staan, benadrukt hij ook de voortdurende onzekerheid. „Het economisch herstel is broos en dat heeft voor een groot deel te maken met de structureel hoge olieprijs. Wanneer die nog verder oploopt, kan dat verdere groei in de kiem smoren.”
Dat de relatief bescheiden groei in 2005 grotendeels gedragen werd door toegenomen wederuitvoer (de doorvoer van producten die elders zijn geproduceerd) en niet door verkoop van goederen van Nederlands fabricaat, verraste Beetsma niet. „Dat is al langer het geval en het geeft voornamelijk aan dat het met de werkzaamheden in de haven van Rotterdam erg goed gaat.”