Dat komt vooral door het dalende ledental, zei dinsdag voorzitter T. Boomsma van het Regionaal College voor de Behandeling van Beheerszaken (RCBB) in Noord-Holland.Kerken mogen diaconale gelden alleen met toestemming van het RCBB voor andere doeleinden aanwenden. De colleges in de negen regio’s van de PKN hebben onlangs een gezamenlijke richtlijn vastgesteld.

Overheveling van diaconale fondsen mag alleen met een beperkt deel van de opbrengst uit diaconaal vermogen (ten hoogste 30 procent) gedurende maximaal vier jaar. Dit als een kerk geen andere mogelijkheden heeft om een tekort aan te zuiveren.

Hoe vaak overheveling nu voorkomt, houden de RCBB’s nog niet bij. Volgens Boomsma gebeurt het nog niet vaak, maar het aantal aanvragen zal in de toekomst toenemen.

Ook de woordvoerder van PKN houdt het erop dat overheveling „niet erg vaak” voorkomt. Hij zou het toejuichen als elk geval in de publiciteit komt, „zodat mensen in de gaten kunnen houden wat er met het geld gebeurt.” De noodzaak van overheveling heeft volgens hem te maken met het merkwaardige verschijnsel dat „straatarme kerken” soms enorme diaconale vermogens hebben.

Ook om bijvoorbeeld het kerkelijk leven een nieuwe impuls te geven, kan een gemeente tijdelijk een beroep doen op diaconaal geld, mits ze een deugdelijke meerjarenbegroting levert en de plannen niet op een andere manier kan financieren. Van een „greep in de armenkas” kan zeker geen sprake zijn, aldus Boomsma.