Klinieken pleiten voor andere aanpak tbs’ers
RIJSWIJK (ANP) - De aanpak van tbs’ers in Nederland moet worden veranderd. Dat concluderen alle tbs-klinieken in een gezamenlijk rapport waarmee ze een bijdrage willen leveren aan het parlementair onderzoek naar het tbs-stelsel.
Volgens directeur J. Poelmann van de Pompekliniek in Nijmegen is het streven van justitie naar een centraal beheer en naar alleen maar meer klinieken niet goed. De tbs-instellingen zien andere oplossingen voor het huidige capaciteits- en behandelprobleem van tbs-patiënten.Op dit moment zitten de tbs-klinieken overvol. Honderden mensen wachten op een plek, maar de uitstroom stagneert omdat er angst heerst dat er tbs’ers in de fout gaan als ze weer in de maatschappij terugkeren.
De klinieken concluderen in hun rapport dat 10 procent van alle tbs’ers deze „ellende en overlast” veroorzaken. „We zijn in staat die groep steeds beter te onderkennen”, aldus Poelmann. „Die mensen zijn vaak niet meer te behandelen en mogen eigenlijk niet meer naar buiten. Hun opvang mag eigenlijk niet, zoals nu, ten koste gaan van de overige patiënten. We vinden daarom dat het gevangeniswezen zich over deze mensen moet gaan ontfermen. Wij kunnen ze daarin wel ondersteunen.”
Ook kan een deel van de tbs’ers naar psychiatrische instellingen van de GGZ worden verplaatst, vinden de tbs-klinieken. „Er moeten veel meer plekken in de GGZ komen. Daarin zit de verlichting voor ons”, benadrukt Poelmann. „Die plekken zijn ook nog eens een stuk goedkoper.”
Uiteindelijk moet er ook een mogelijkheid komen dat patiënten die dat aankunnen, terug mogen keren in de maatschappij, waar ze wel hun hele leven onder controle van behandelaars blijven staan. Deze mensen levenslang aan een lijntje houden, levert ook extra capaciteit en een besparing op. Als hulpmiddelen kunnen bijvoorbeeld lustremmende medicijnen, medicijnen tegen psychose of regelmatige drugs- en alcoholcontroles worden ingezet.
Als het toch dreigt mis te gaan, moet een patiënt wel weer terug in behandeling kunnen worden genomen. „In Duitsland en Engeland werkt men al met dit systeem en het werkt daar goed”, stelt Poelmann. De directeur van de Pompe kliniek wijst er wel op dat de wet moet worden aangepast om de controle na vrijlating mogelijk te maken.